Hoofdstuk 1 - Wordlist unit 1: caught on camera
Bij methode Solutions deel 3 aangemaakt op 17-06-2021 door levi en inmiddels 316 keer bekeken.
Leerjaar: 3
Vragen
awful = vreselijk baggy = slobberig beanie = gebreide muts behaviour = gedrag believable = geloofwaardig billboard = reclamebord broad = breed buckle = gesp button = knoop can't face = niet aankunnen can't help = niet anders kunnen can't stand = niet tegen kunnen cashpoint machine = geldautomaat Closed-Circuit Television = cameratoezicht checked = geruit citizen = burger clutch bag = damestas zonder hengsel collar = kraag colour-blind = kleurenblind combat trousers = combatbroek commit = begaan condition = aandoening cool = gaaf correspond = overeenkomen cotton = katoen cuff = manchet cute = leuk device = apparaat dissatisfied = ontevreden drawstring = trekkoord elegant = elegant fashionable = in de mode fed up = het zat fleece = fleecevest flowery = gebloemd fluffy = donzig full-length = tot op de enkels fur = vacht furry = bonten gaudy = opzichtig honest = eerlijk hoody = sweater met capuchon illegal = illegaal il / legible = on / leesbaar impatient = ongeduldig incredible = ongelofelijk in / sensitive = on / gevoelig inseparable = onafscheidelijk investigate = onderzoeken irregular = onregelmatig irreversible = onomkeerbaar kagoul = lichte, lange anorak laces = veters lacy = kanten leather = leer, leren lecture = lezing legal = legaal leggings = legging literate = geletterd long-sleeved = met lange mouwen loose = slobberig matching = bij elkaar passend mature = volwassen measure = meten memorise = onthouden miniskirt = minirok misuse = misbruiken monitor = controleren nylon = nylon obedient = gehoorzaam old-fashioned = ouderwets paparazzi = paparazzi plain = effen platforms = schoenen met plateauzolen privacy = privacy rational = verstandig record = opnemen, vastleggen responsible = verantwoordelijk roll-neck = coltrui sandals = sandalen scruffy = sjofel security guard = veiligheidsagent shiny = glimmend short-sleeved = met korte mouwen smart = chic smooth = glad sparkly = glinsterend strap = bandje stripy = gestreept stylish = stijlvol surveillance = bewaking tight = strak trendy = modieus turn-ups = omgeslagen randen van een broekspijp velvet = fluweel, fluwelen v-neck = v-hals wavelength = golflengte wool = wol woolly = wollig zip = rits