Hoofdstuk 1 - hoofdstuk 1 en 2
Bij methode Solutions deel 1 aangemaakt op 07-06-2022 door james en inmiddels 299 keer bekeken.
Leerjaar: 2
Niveau: vwo
Vragen
arrogant = arrogant clever = slim determined = vastberaden dishonest = oneerlijk generous = gul impatient = ongeduldig kind = vriendelijk lazy = lui mean = gemeen modest = bescheiden nasty = gemeen porsonality = persoonlijkheid polite = beleefd quiet = rustig rude = onbeleefd shy = verlegen strong = sterk talkative = praatgraag weak = zwak housework = huishoudelijk werk spare = extra achieve = bereiken adventure = avontuur bronze = brons challenge = uitdaging charity = liefdadigheidsinstelling country and western = country-and-western cultural = cultureel disabled = gehandicapt eldery = bejaard encourage = aanmoedigen environment = milieu expedition = expeditie hiking = het wandelen kayaking = het kajakken opportunity = kans podcasting = het podcasten practical = praktisch skill = vaardigheid social = sociaal avoid = vermijden can't stand = niet tegen kunnen cave = grot claustrophobia = claustrofobie fancy = zin hebben in hide = verstoppen ignore = negeren look forward to = zich verheugen op nervous = zenuwachtig pretend = doen alsof refuse = weigeren rollercoaster = achtbaan scary = eng underground = ondergronds blues = blues classical = klassiek confident = zelfverzekerd creative = creatief frozen = bevroren fuse = lont gentle = zachtaardig hard-working = ijverig indie = indie outgoing = extravert passionate = gepassioneerd R&B = R&B rebellious = opstandig reggae = reggae serious = serieus tenderness = genegenheid unfriendly = onaardig fond (of) = houden (van) Gymnastics = turnen surf (the net) = surfen (op het internet) ambition = ambitie pretty = mooi sensitive = gevoelig tolerant = verdraagzaam background = achtergrond brave = moedig chat = kletsen, chatten claw = klauw dearest = beste ferret = fret forbidden = verboden foreground = voorgrond Hobbies = hobby's lonely = eenzaam shed = schuur striped = gestreept unkind = onaardig untidy = rommelig accommodation = verblijfplaats archery = het boogschieten athletics = atletiek barbecue = barbecue Basketball = basketbal bog = moeras bowling = bowlen breath = ademhalen canoe = kano celebrate = vieren combat = gevecht competition = wedstrijd competitors = deelnemers cricket = cricket cyclist = fietser deal with = omgaan met;behandelen desperate = wanhopig disappear = verdwijnen emergency = noodgevaal equalise = gelijkmaken event = onderdeel;evenement;gebeurtenis eventually = uiteindelijk fencing = het schermen fit = in conditie float = dobberen frightening = eng get up to = doen;uitspoken holiday camp = vakantieoord ice hockey = ijshockey immediately = meteen indoor = overdekt keen = bezeten keen on = bezeten van league = competitie match = wedstrijd mate = kameraad messy = vies muddy = modderig paddle = peddel;peddelen professional = professioneel publicity = publiciteit race = race;wedstrijd;rennen reception = receptie reckon = vermoeden rider = ruiter rowing = roeien rule = regel;beslissen score = scoren shallow = ondiep shark = haai shore = kust shot put = kogelstoten sideways = zijwaarts skate park = skatepark ski-jumping = het schansspringen skiing = skien snail = slak snorkelling = snorkelen spectator = toeschouwer sport = sport surface = oppervlakte surfboard = surfplank take place = plaatsvinden take-away = afhaalrestaurant team = team tiger = tijger Volleyball = volleybal weightlifting = gewichtheffen win = winnen wrestling = worstelen