onroerendgoed 1
Bij methode Onroerendgoedrecht 1 jurisprudentie aangemaakt op 16-06-2022 door teddi en inmiddels 267 keer bekeken.
Niveau: universiteit
Vragen
Bouwmeester/Van Leeuwen = Het meerdere gaat niet over • Meer grond geleverd dan verkocht Als een groter stuk grond is geleverd dan partijen bij het aangaan van de overeenkomst voor ogen stond, dan is het ‘meerdere' niet op de koper overgegaan. Op grond van art. 3:84 BW jo. 3:89 lid 1 BW is voor overdracht immers een levering krachtens ee Offringa/Vinck = Indien een koper zijn onderzoeksplicht verzaakt betekent dit niet dat dan ook de mededelingsplicht van de verkoper vervalt. Of de verkoper, ondanks het verzaken van de onderzoeksplicht door de koper, een mededelingsplicht had moet worden bepaald aan de hand van de relevante omstandigheden. Hierbij moet in acht worden genomen dat de mededelingsplicht er tevens toe strekt om onvoorzichge kopers tegen de nadelige gevolgen van dwaling, die is veroorzaakt door het verzwijgen van relevante gegevens, te beschermen Indien een koper zijn onderzoeksplicht verzaakt betekent dit niet dat dan ook de mededelingsplicht van de verkoper vervalt. Of de verkoper, ondanks het verzaken van de onderzoeksplicht door de koper, een mededelingsplicht had moet worden bepaald aan de hand van de relevante omstandigheden. Hierbij moet in acht worden genomen dat de mededelingsplicht er tevens toe strekt om onvoorzichge kopers tegen de nadelige gevolgen van dwaling, die is veroorzaakt door het verzwijgen van relevante gegevens, te beschermen Curacou/Boye: = In dit arrest werd een kettingbeding verbroken wat een wanprestatie is, levert dit ook een onrechtmatige daad op? Gezichtspunten: Indien een koper zijn onderzoeksplicht verzaakt betekent dit niet dat dan ook de mededelingsplicht van de verkoper vervalt. Of de verkoper, ondanks het verzaken van de onderzoeksplicht door de koper, een mededelingsplicht had moet worden bepaald aan Schriftelijkheidseis = Ook aan particuliere verkoper komt jegens particuliere koper beroep toe op schriftelijkheidsvereiste art. 7:2 lid 1 BW. Medewerking aan schriftelijke vastlegging kan niet met rechterlijk vonnis worden afgedwongen. Vordering tot schadevergoeding evenm - Kende de koper het beding ten tijde van de aankoop? - Was te voorzien dat de begunstigde nadeel zou lijden en hoe ernstig was het nadeel? - Wat is het belang van de koper, heeft hij profijt van het verbreken van het beding. Heeft de koper enige druk uitgeoefend op de verkoper om het beding niet door te geven om deze reden? Rooij/Van Olphen: = De rechtsvraag in dit arrest was wat men moet verstaan onder normaal gebruik? Het uitgangspunt is hierbij Haviltex met een geobjectiveerde uitleg door het DSM/Fox-arrest. - De taalkundige betekenis van bewoording; Portsight: = De mededelingsplicht van art 7:15 BW geldt alleen voor publiekrechtelijke lasten en beperkingen die bekend worden gemaakt door een mededeling of uitreiking aan de rechthebbende. Als ooit een publiekrechtelijk rechtsfeit wel wordt ingeschreven zonder - De context van het geschrift als geheel; - De zichtbaarheid van het gebrek in combinatie met de aard en ouderdom van het pand; Maassluis = Als je grond uitgeeft als bouwgrond en hier bovendien een bouwverplichtingen op legt dan sta je er stilzwijgend voor in dat de grond hiervoor ook geschikt is. Een standaardexoneratie kan niet af doen aan deze impliciete garantie. Dit is niet anders d Woonboederij = In beginsel geldt voor de verkoper de conformiteitseis. De enkele verklaring van de verkoper dat hem niet bekend is dat de zaak een gebrek heeft, zet een contractuele garantie niet opzij. Het te laat melden van de koper dat hij op 19 april niet zou a - Bijstand koper van deskundige die zich bewust was van de problemen; Fabels/Meenderink: = Er is sprake van non-conformiteit ex art 7:17 BW indien een onroerende zaak in strijd met de geldende bouwvoorschriften is verbouwd of een geldige bouwvergunning ter zake ontbrak. Dit geldt ook indien het gebouwde op zichzelf de eigenschappen bezit d - Door welstandscommissie gewezen op de gebreken; - De gemeente heeft aangedrongen op het inleveren van constructieve tekeningen. Ploum/Smeets en Geelen I: = Voor het conformiteitsvereiste dient er naast de eisen voor normaal gebruik ook gekeken te worden naar de mededelingen van de verkoper. Uitleg exoneratieclausule: - Taalkundige uitleg; - Het maatschappelijke verkeer. Als we het hebben over normaal gebruik dan moeten we aansluiten bij wat onder het gangbare spraakgebruik wordt verstaan. Of het dus geschikt is voor bewoning, de normale eigenschap wat je mag verwachten van een woning - context van de mededelingen van de verkoper; Pouw/Visser: = Voor het klachttermijn is anders dan voor consumentenkoop geen vaste termijn gegeven, art 7:23 lid 1 BW. Deze vraag dient beantwoordt te worden onder afweging van alle betrokken belangen en onder afweging van alle relevante omstandigheden. Daartoe be - aard van de zaak; Van Dalfsen/Gemeente Kampen: = Een koper had een zeer oud pand uit 1500 gekocht van de gemeente, deze was door de monumentencommissie van de verkopende gemeente gewezen op de beperkte belastbaarheid van de balklagen, die ook zichtbaar doorbogen. Deze koper had meer eigen onderzoek - aard van het gebrek. Ploum/Smeets en Geelen II: = De lengte van de onderzoekstermijn is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Het onderzoek dient door de koper te worden uitgevoerd met de voortvarendheid die in de gegeven omstandigheden in redelijkheid van hem kan worden gevergd. Hierbij zijn relevant: - de aard en waarneembaarheid van het gebrek; - de wijze waarop dit aan het licht treedt; - de deskundigheid van de koper. Wanneer een deskundige onderzoek nodig is, mag de koper de uitslag daarvan afwachten. Hoogheemraadschap = Rechtsvraag: Was hier sprake van bezit volgens art 3:105, verkrijging door extinctieve verjaring? HR: Er was sprake van inbezitneming, gezien de omstandigheden: - Gedrag als rechthebbende in alle opzichten en naar buiten toe - Toestemming van de verkopers - Het doel van de koop Inbezitneming met instemming van de eigenaar AVO/Petri = Samenloop art. 5:54 en art. 3:13 BW; vereisten voor exclusieve werking; art. 5:54 geen lex specialis. Drukker/Los = Feitelijke omschrijving gaat voor kadastrale kaart Van de Berg/Bernhart = Bij derden beslag aankoopwaarde huis kan er niet bevrijdende betaald worden aan de notaris. Bos/Smeenk = Verkoper moet ook instaan voor publiekrechtelijke lasten en beperkingen mits deze een bijzonder dwz niet volstrekt algemeen karakter hebben Goedhart/Van den berg = Wanneer omstandigheden leien tit argwaan is er sprake van onderzoeksplicht bij pecreelgrond Antiekstudio Lelystad: = Gemeente mag privaatrechtelijke bedingen opleggen ook als die niet in overeenstemming zijn met het publiekrechtelijke bestemmingsplan. Twee-wegenleer. De Wet op de Ruimtelijke Ordening staat niet in de weg aan het opnemen van voorwaarden omtrent gron HR 21 april 2006 = Ongelijke financiering leidt niet tot ongelijke aandelen Woonark = De Hoge Raad oordeelde echter dat een woonboot een zaak is die blijkens zijn constructie bestemd is om te drijven en drijft, zodat er sprake is van een schip in de zin van artikel 8:1 BW. Alhoewel in de literatuur is betoogd dat een schip niet onroer Warmtekrachtkoppelingsinstallatie = De vraag of een object een onroerende zaak is in de zin van de Wet BRV moet worden beantwoord naar civielrechtelijke maatstaven. Portacabin = Een gebouw kan duurzaam met de grond verenigd zijn, doordat het naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Hierbij is het niet van belang of het technisch gezien mogelijk is om het gebouw te verplaatsen. Of een gebouw best Zalco = Bij vermenging van een onbezwaarde zaak met een bezwaarde zaak ontstaat een nieuw pandrecht op de nieuw gevormde zaak Grafzerken = De hoofdregel voor eigendom van grond, onroerend goed is gelegen in art 5:20 BW, slechts bij formele wet kan hier vanaf worden geweken. In casu werden graven nagetrokken omdat zij in de grond van bisschopdom lagen. Tegenwoordig bestaat er art 32a Wet Depex/Curatoren van Bergel = Voor de beantwoording van de vraag of apparatuur volgens verkeersopvatting onderdeel uitmaakt van een gebouw, dient men te beoordelen of de apparatuur en het gebouw in constructief opzicht specifiek op elkaar zijn afgestemd, dan wel of het gebouw in tandartsenpraktijk = Er was een praktijk aan huis en de tandarts wilde een vruchtgebruik vestigen. Maar kon dit zomaar, deze verticale splitsing? De Hoge Raad oordeelde dat je dient te kijken naar de verkeersopvattingen. Verticale splitsing mag, wanneer er sprake is van Kabelarresten = In de kabelarresten uit 2003 heeft de Hoge Raad bepaald dat kabels en leidingen onroerend zijn. Naar aanleiding van deze arresten is aan artikel 5:20 BW een nieuw artikellid toegevoegd. Artikel 5:20 lid 2 BW bepaalt wie de eigenaar van een net, besta Stichting Eelder Woningbouw = Bij de beantwoording van de vraag wat de omvang is van een overgedragen perceel komt het aan op de in de notariële akte van levering tot uitdrukking gebrachte partijbedoeling die moet worden afgeleid uit de in deze (transport)akte opgenomen, naar obj (Gemeente Heusden/Verweerders) = (1) Voor het in art. 3:105 BW bedoelde gevolg van voltooiing van de verjaringstermijn van art. 3:314 lid 2 BW is voldoende dat bij de niet-rechthebbende sprake is van bezit dat voldoet aan de door de wet gestelde eisen. Het is niet vereist dat de rec Arnhem/Westendorp = Verkrijgende verjaring van een zaak ingevolge de art. 3:105, 3:306 en 3:314 lid 2 BW vereist dat degene die zich op deze verkrijging beroept, de zaak bezit op het moment dat de rechtsvordering tot beëindiging van dat bezit verjaart. Voor beantwoordin Zaunbrecher/Roelfsema = De Hoge Raad stelt dus dat na erkenning niet een nieuwe termijn gaat lopen zoals in de wet is opgenomen. Hij is van mening dat bij bezit van onroerende zaken opnieuw moet worden gekeken of nog wel sprake is van bezit. Na erkenning wordt de oorspronke In geval van samenloop van wettelijke regelingen, kan van exclusieve werking slechts sprake zijn indien de wet zulks voorschrijft of onvermijdelijk meebrengt; zowel uit de wetsgeschiedenis van art. 5:54 BW als uit de strekking van deze bepaling volgt Kraaiende hanen = Of het houden van de krielhanen onrechtmatig is, hangt af van de ernst van de hinder en de omstandigheden waaronder deze plaatsvindt. Terecht is niet aan de omstandigheid dat ernstige overlast wordt ondervonden van het gekraai van de hanen de gevolgt Marina = Een zaak die blijkens zijn constructie bestemd is om te drijven en drijft, moet worden aangemerkt als een schip in de zin van artikel 8:1 BW en is in het algemeen een roerende zaak. Dat een waterwoning geen zelfstandig drijfvermogen heeft en dat een Bij de beantwoording van de vraag of een waterwoning onroerend is omdat zij een bestanddeel is van het recreatiepark waarin zij is gelegen in de zin van art. 3:4 BW, dient niet het recreatiepark als mogelijke hoofdzaak in aanmerking te worden genomen Elektrolyse fabriek = Art. 3:4 lid 2 het kunnen herstellen van schade van betekenis speelt geen rol en er is geen ruimte voor verkeersopvatting bij interpretatie van art. 3:4 lid 2 ook zijn vermogensrechtelijke gevolgen niet van belang (waardedaling). Met de situatie dat