⦾ alles laten zien ⦿ alles verbergen ⇄ omdraaien ⤨ herhaal moeilijk ⤨ shuffle

Overhoren - Hoofdstuk 3 - Hoofdstuk 3.0 - aso

Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op . Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met of . Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.

Nederlands Latijn
Latijn : Nederlands
nūntius (nūntiī) = ... ?
sapientia (sapientiae) = ... ?
unda (undae) = ... ?
bellum (bellī) = ... ?
amor (amōr-is, m.) = ... ?
auctor (auctōr-is, m.) = ... ?
frater (frātr-is, m.) = ... ?
ignis (ign-is, m) = ... ?
luppiter (lov-is, m) = ... ?
mons (mont-is) = ... ?
lūx (lūc-is, v.) = ... ?
soror (sorōr-is, v.) = ... ?
Venus (Vener-is, v.) = ... ?
nōmen (nōmin-is, o.) = ... ?
scelus (sceler-is, o.) = ... ?
adiuvāre (adiuvō) = ... ?
cūrāre (cūrō) = ... ?
mōnstrāre (mōnstrō) = ... ?
alius (alia, aliud) = ... ?
cēteri (~ae, ~a) = ... ?
sīcut (voegwoord) = ... ?
amāre (amor) = ... ?
clāmāre (clāmor) = ... ?
labōrare (labor) = ... ?
dolēre (dolor) = ... ?
timēre (timor) = ... ?
altus (altitūdō) = ... ?
magnus (magnitūdō) = ... ?
multī (multitūdō) = ... ?
sōlus (sōlitūdō) = ... ?
umbra (umbrae) = ... ?
clārus (~a, ~um) = ... ?
aedificāre (aedificō) = ... ?
eius = ... ?
eōrum, eārum = ... ?
meus (~a, ~um) = ... ?
tuus (~a, ~um) = ... ?
suus (~a, ~um) = ... ?
gladius (gladiī) = ... ?
hasta (hastae) = ... ?
sagitta (sagittae) = ... ?
parvus (~a, ~um) = ... ?
ita (bijwoord) = ... ?
tamen (bijwoord) = ... ?
itaque (voegwoord) = ... ?
civis (cīv-is, m.) = ... ?
comes (comit-is, m.) = ... ?
lapis (lapid-is, m.) = ... ?
mors (mort-is, v.) = ... ?
primus (~a, ~um) = ... ?
capere (capiō) = ... ?
accipere (accipiō) = ... ?
incipere (incipiō) = ... ?
cupere (cupiō) = ... ?
facere (faciō) = ... ?
interficere (interficiō) = ... ?
fugere (fugiō) = ... ?
iacere (iaciō) = ... ?
abicere (abiciō) = ... ?
rapere (rapiō) = ... ?
corripere (corripiō) = ... ?
ēripere (ēripiō) = ... ?
spicere (-spiciō) = ... ?
adspicere (adspiciō) = ... ?
cōnspicere (cōnspiciō) = ... ?
respicere (respiciō) = ... ?
satis (bijwoord) = ... ?
statim (bijwoord) = ... ?
arma (armōrum) = ... ?
castra (castrōrum) = ... ?
parentēs (parent-um, m.) = ... ?
fierī (fīō) = ... ?
ire (eō) = ... ?
abīre (abeō) = ... ?
adire (adeō) = ... ?
exīre (exeō) = ... ?
inire (ineō) = ... ?
praeterīre (praetereō) = ... ?
redīre (redeō) = ... ?
transire (trānseō) = ... ?
silva (silvae) = ... ?
vita (vitae) = ... ?
leb (leōn-is, m.) = ... ?
pars (part-is, v.) = ... ?
necāre (necō) = ... ?
pugnāre (pugnō) = ... ?
tacēre (taceō) = ... ?
tenēre (teneō) = ... ?
quārē? (bijwoord) = ... ?
anteā (bijwoord) = ... ?
cottīdiē (bijwoord) = ... ?
cras (bijwoord) = ... ?
herī (bijwoord) = ... ?
hodiē (bijwoord) = ... ?
māne (bijwoord) = ... ?
posteā (bijwoord) = ... ?
posterō diē = ... ?
quōdam diē = ... ?

Klaar!