Hoofdstuk 41 - 41-50

Bij methode Finish Up aangemaakt op 27-06-2022 door tess en inmiddels 163 keer bekeken.
Leerjaar: 0

Vragen

game = wild
beware (of) = pas op (voor)
savage = woest
cruel = wreed
cruelty = wreedheid
to roar = brullen
to leap = springen
leap = sprong
tusk = slagtand
poacher = stroper
to poach = stropen
specimen = exemplaar
habitat = leefgebied;leefgebied, biotoop
sanctuary = reservaat
rare = zeldzaam
species = soort
to vanish, to disappear = verdwijnen
extinct = uitgestorven
extinction = uitsterving
female = vrouwelijk
Malé = mannelijk
cattle = vee
vet = dierenarts
whale = walvis
mammal = zoogdier
pedigree = stamboom
to inhabit = bewonen
uninhabited = onbewoond
to pollute = vervuilen
pollution = vervuiling
environment = milieu
environmental = milieu-
to endanger = in gevaar brengen
endangered species = bedreigde diersoort
forest = woud
enormous, huge, vast = enorm
summit = top
to cover = bedekken
view = uitzicht
(in)visible = (on)zichtbaar
steep = steil
slope = helling
edge = rand
landmark = baken, herkenningspunt;baken, herkenningspun
mountain range = bergketen
track = pad, spoor;pad, spoort
cave = grot
beyond = achter, voorbij
earthquake = aardbeving
disaster, calamity, catastrophe = ramp
disastrous = rampzalig
to erupt = uitbarsten
desert = woestijn
to lose one's way, to get lost = verdwalen
to generate = opwekken
scenery = natuurschoon
natural resources = natuurlijke rijkdommen
to exploit = exploiteren
exploitation = exploitatie
to spoil = bederven, verwennen
litter, rubbish = afval, rommel
dustbin = vuilnisbak
solar = zonne-
waste = afval
factory, plant = fabriek
to dump = storten
to release = lozen
radiation = straling
layer = laag
acid = zuur
peninsula = schiereiland
mainland = vasteland
plain = vlakte
avalanche = lawine
glacier = gletsjer;gletcher
universe = heelal
general = algemeen
universal = universeel
mountaineer = bergbeklimmer
effort = inspanning
to wander = zwerven
gipsy = zigeuner
to attempt, to try = proberen
attempt = poging
to reach = bereiken
to conserve = behouden
conservation = milieubeheer
conservationist, environmentalist = milieubeschermer
power station = elektriciteitscentrale;electriciteitscentrale
unleaded, lead free = loodvrij
toxic = giftig
to contaminate = besmetten
contamination = besmetting
to depend (on) = afhangen (van)
dependent (on) = afhankelijk (van)
globe = wereld(bol)
global = wereldwijd
at the expense of = ten koste van
variety, diversity = verscheidenheid
various = verschillende
to insulate = isoleren
insulation = isolatie
to bring about = teweegbrengen
to dispose of = opruimen
the disposal = het opruimen
disposable = wegwerp-
liquid = vloeistof
current = stroming
source = bron
principal, main = voornaamste
shallow = ondiep
bank = oever (van rivier)
shore = oever (van meer)
course = loop
moist, damp, humid = vochtig
moisture = vocht
humidity = vochtigheid
to reflect = weerkaatsen
high tide = vloed
low tide = eb;eeb
to float = drijven
surface = oppervlakte
smooth = glad
foam = schuim
swamp = moeras
to drain = droogleggen
well = put, bron
to drown = verdrinken
to cling = zich vastklemmen
to flood = overstromen
flood = overstroming
muddy = modderig
awful, terrible, horrible, dreadful = afschuwelijk
to freeze = vriezen
below zero = onder nul
degree = graad
season = seizoen
forecast = voorspelling
to forecast, to predict = voorspellen
to improve = verbeteren
improvement = verbetering
(un)favourable = (on)gunstig
shower = regenbui
sévère = streng
gale, storm = storm
spell, period = periode
to rely on = vertrouwen op
reliable = betrouwbaar
reliability = betrouwbaarheid
phenomenon = verschijnsel
gloomy = somber
to prevail = (over)heersen
to be prevalent = veel voorkomen
(dis)agreeable = (on)aangenaam
shelter = schuilplaats;schuiplaats
drought = droogte
ray, beam = straal
nasty = akelig, naar
to adjust, to adapt = zich aanpassen
to take advantage of = gebruik maken van
crime = misdaad
criminal = misdadiger, crimineel
crook = misdadiger
murder, homicide (AE), assassination = moord
to murder = vermoorden
to arrest = arresteren
to suspect = verdenken
suspicion = verdenking
suspicious = verdacht
suspect = verdachte
suspicious = argwanend, wantrouwig
to commit = plegen
to interrogate = ondervragen
corpse = lijk
to investigate = onderzoeken
investigation = onderzoek
Exhaustive = grondig, uitputtend
property = eigendom
to recover = terugvinden
hostage = gijzelaar
to threaten = Dreigen
threat = bedreiging
violence = geweld
violent = gewelddadig
to forge = vervalsen, namaken
to fake, to counterfeit = vervalsen, namaken
forgery, fake, counterfeit = vervalsing
theft = diefstal
precaution = voorzorgsmaatregel
trace = spoor;spoort
to trace, to detect = opsporen
clue = aanwijzing
scent = reukspoor;reukspoort
to rob = beroven
bank robber = bankrover
robbery = roof, beroving
disguised = vermomd
to pursue = achtervolgen
pursuit = achtervolging
to divide = verdelen
to stab = steken
to blackmail = chanteren
to rape = verkrachten
rape = verkrachting
rapist = verkrachter
to deny = ontkennen
denial = ontkenning
victim = slachtoffer
to bribe = omkopen
bribery = omkoperij
bribe = smeergeld
to assassinate = vermoorden (van politici)
plot = complot
shoplifter = winkeldief
shoplifting = winkeldiefstal
accomplice = medeplichtige
notorious = berucht
to accuse (of), to charge (with) = beschuldigen (van)
accusation, charge = beschuldiging
fraud = fraude
involved in = betrokken bij
file = dossier
to file away = opbergen
to reveal, to disclose = onthullen
revelation = onthulling
to mug = met geweld beroven
drug trafficking = drugshandel
prohibited, forbidden = verboden;verbode
prohibition = verbod
fugitive = voortvluchtige
to loot = plunderen
to establish = vaststellen
tu use force = geweld gebruiken
rate = percentage
to allege = beweren
allegation = bewering
capable of = in staat tot
security, safety = veiligheid
secure, safe = veilig
pickpocket = zakkenroller
to stalk = stalken
to combat = bestrijden
juvenile delinquency = jeugdmisdaad
to seek = trachten, proberen
to lure = lokken
thug = gewelddadige crimineel
to smash = stukslaan
bar = staaf
ransom = losgeld
to ransom = loskopen
to extradite = uitleveren
extradition = uitlevering
warrant = machtiging
impostor = bedrieger, oplichter
to torture = martelen
inquest = lijkschouwing
coroner = lijkschouwer
plagiarism = plagiaat
to strangle = wurgen
to launder = witwassen
to seize = in beslag nemen
petty crime = kleine misdaad
to be at large = vrij rondlopen
to bug = afluisteren
to hide = verbergen
to conceal = verbergen
wild = game
pas op (voor) = beware (of)
woest = savage
wreed = cruel
wreedheid = cruelty
brullen = to roar
springen = to leap
sprong = leap;lea
slagtand = tusk
stroper = poacher
stropen = to poach
exemplaar = specimen;speciment
leefgebied = habitat
reservaat = sanctuary
zeldzaam = rare
soort = species
verdwijnen = to vanish, to disappear;to disappear, to vansh
uitgestorven = extinct
uitsterving = extinction
vrouwelijk = female
mannelijk = Malé
vee = cattle;catle
dierenarts = vet
walvis = whale
zoogdier = mammal
stamboom = pedigree
bewonen = to inhabit
onbewoond = uninhabited
vervuilen = to pollute
vervuiling = pollution
milieu = environment
milieu- = environmental
in gevaar brengen = to endanger
bedreigde diersoort = endangered species
woud = forest
enorm = enormous, huge, vast
top = summit
bedekken = to cover
uitzicht = view
(on)zichtbaar = (in)visible
steil = steep
helling = slope
rand = edge
baken, herkenningspunt = landmark
bergketen = mountain range
pad, spoor = track
grot = cave
achter, voorbij = beyond
aardbeving = earthquake
ramp = disaster, calamity, catastrophe
rampzalig = disastrous
uitbarsten = to erupt
woestijn = desert
verdwalen = to lose one's way, to get lost
opwekken = to generate
natuurschoon = scenery
natuurlijke rijkdommen = natural resources
exploiteren = to exploit
exploitatie = exploitation
bederven, verwennen = to spoil
afval, rommel = litter, rubbish
vuilnisbak = dustbin
zonne- = solar
afval = waste
fabriek = factory, plant
storten = to dump
lozen = to release
straling = radiation
laag = layer
zuur = acid
schiereiland = peninsula
vasteland = mainland
vlakte = plain
lawine = avalanche
gletsjer = glacier
heelal = universe
algemeen = general
universeel = universal
bergbeklimmer = mountaineer
inspanning = effort
zwerven = to wander
zigeuner = gipsy
proberen = to attempt, to try
poging = attempt
bereiken = to reach
behouden = to conserve
milieubeheer = conservation
milieubeschermer = conservationist, environmentalist
elektriciteitscentrale = power station
loodvrij = unleaded, lead free
giftig = toxic
besmetten = to contaminate
besmetting = contamination
afhangen (van) = to depend (on)
afhankelijk (van) = dependent (on)
wereld(bol) = globe
wereldwijd = global
ten koste van = at the expense of
verscheidenheid = variety, diversity
verschillende = various
isoleren = to insulate
isolatie = insulation
teweegbrengen = to bring about
opruimen = to dispose of
het opruimen = the disposal
wegwerp- = disposable
vloeistof = liquid
stroming = current
bron = source
voornaamste = principal, main
ondiep = shallow
oever (van rivier) = bank
oever (van meer) = shore
vochtig = moist, damp, humid
vocht = moisture
vochtigheid = humidity
weerkaatsen = to reflect
vloed = high tide
eb = low tide
drijven = to float
oppervlakte = surface
glad = smooth
schuim = foam
moeras = swamp
droogleggen = to drain
put, bron = well
verdrinken = to drown
zich vastklemmen = to cling
overstromen = to flood
overstroming = flood
modderig = muddy
afschuwelijk = awful, terrible, horrible, dreadful
vriezen = to freeze
onder nul = below zero
graad = degree
seizoen = season
voorspelling = forecast
voorspellen = to forecast, to predict
verbeteren = to improve
verbetering = improvement
(on)gunstig = (un)favourable
regenbui = shower
streng = sévère
storm = gale, storm
periode = spell, period
vertrouwen op = to rely on
betrouwbaar = reliable
betrouwbaarheid = reliability
verschijnsel = phenomenon
somber = gloomy
(over)heersen = to prevail
veel voorkomen = to be prevalent
(on)aangenaam = (dis)agreeable
schuilplaats = shelter
droogte = drought
straal = ray, beam
akelig, naar = nasty
zich aanpassen = to adjust, to adapt
gebruik maken van = to take advantage of
misdaad = crime
misdadiger, crimineel = criminal
misdadiger = crook
moord = murder
vermoorden = to murder
moord = homicide (AR)
arresteren = to arrest
verdenken = to suspect
verdenking = suspicion
verdacht = suspicious
verdachte = suspect
argwanend, wantrouwig = suspicious
plegen = to commit
ondervragen = to interrogate
lijk = corpse
onderzoeken = to investigate
onderzoek = investigation
grondig, uitputtend = Exhaustive
eigendom = property
terugvinden = to recover
gijzelaar = hostage
Dreigen = to threaten
bedreiging = threat
geweld = violence
gewelddadig = violent
vervalsen, namaken = to forge
vervalsen, namaken = to fake, to counterfeit
vervalsing = forgery, fake, counterfeit
diefstal = theft
voorzorgsmaatregel = precaution
spoor = trace
opsporen = to trace
aanwijzing = clue
reukspoor = scent
beroven = to rob
bankrover = bank robber
roof, beroving = robbery
vermomd = disguised
achtervolgen = to pursue
achtervolging = pursuit
verdelen = to divide
steken = to stab
chanteren = to blackmail
verkrachten = to rape
verkrachting = rape
verkrachter = rapist
ontkennen = to deny
ontkenning = denial
slachtoffer = victim
omkopen = to bribe
omkoperij = bribery
smeergeld = bribe
vermoorden (van politici) = to assassinate
moord = assassination
complot = plot
winkeldief = shoplifter
winkeldiefstal = shoplifting
medeplichtige = accomplice
berucht = notorious
beschuldigen (van) = to accuse (of), to charge (with)
beschuldiging = accusation, charge
fraude = fraud
betrokken bij = involved in
dossier = file
opbergen = to file away
onthullen = to reveal, to disclose
onthulling = revelation
met geweld beroven = to mug
drugshandel = drug trafficking
verboden = prohibited, forbidden
verbod = prohibition
voortvluchtige = fugitive
plunderen = to loot
vaststellen = to establish
geweld gebruiken = tu use force
opsporen = to detect
percentage = rate
beweren = to allege
bewering = allegation
in staat tot = capable of
veiligheid = security, safety
veilig = secure, safe
zakkenroller = pickpocket
stalken = to stalk
bestrijden = to combat
jeugdmisdaad = juvenile delinquency
trachten, proberen = to seek
lokken = to lure
gewelddadige crimineel = thug
stukslaan = to smash
staaf = bar
losgeld = ransom
loskopen = to ransom
uitleveren = to extradite
uitlevering = extradition
machtiging = warrant
bedrieger, oplichter = impostor
martelen = to torture
lijkschouwing = inquest
lijkschouwer = coroner
plagiaat = plagiarism
wurgen = to strangle
witwassen = to launder
in beslag nemen = to seize
kleine misdaad = petty crime
vrij rondlopen = to be at large
afluisteren = to bug
verbergen = to hide
verbergen = to conceal