⦾ alles laten zien ⦿ alles verbergen ⇄ omdraaien ⤨ herhaal moeilijk ⤨ shuffle

Overhoren - Hoofdstuk 33 - Speaking(2) - havo/vwo 5

Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op . Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met of . Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.

Nederlands Engels
eloquent = ... ?
eloquence = ... ?
fluent = ... ?
to emphasize = ... ?
to stress = ... ?
emphasis / stress = ... ?
to chat = ... ?
to interpret = ... ?
interpreter = ... ?
to confuse = ... ?
confusing = ... ?
confusion = ... ?
to confuse = ... ?
understatement = ... ?
account = ... ?
narrator = ... ?
slang = ... ?
silence = ... ?
silent = ... ?
plain = ... ?
to narrate = ... ?
narrative = ... ?
to mutter = ... ?
to address = ... ?
address = ... ?
mute = ... ?
to observe = ... ?
observation = ... ?
to elaborate = ... ?
elaborate = ... ?
taciturn = ... ?
to elevate = ... ?
maxim = ... ?

Klaar!