Hoofdstuk 12 - woordenschat
                Bij methode Basiswoordenschat - Nederlands en Scandinavisch deel 1 aangemaakt op 10-06-2020 door julia en inmiddels 653 keer bekeken.
            
                    Leerjaar: 7
                    Niveau: basisschool
            
Vragen
gewelf = overkoepelde, ruimte gewest = landstreek, provincie gezindte = kerkgenoodschap gezwind = vlug, snel gilde = vereninging van ambachtslieden glazuur = glazige stof waarmee aardewerk bestreken wordt globe = draaibare aardbool gloren = glanzen, zacht gloeien godvruchtig = vroom, godsdiestig gordel = band of riem om het middel