Hoofdstuk 12 - woordenschat
Bij methode Basiswoordenschat - Nederlands en Scandinavisch deel 1 aangemaakt op 10-06-2020 door julia en inmiddels 512 keer bekeken.
Leerjaar: 7
Niveau: basisschool
Vragen
gewelf = overkoepelde, ruimte gewest = landstreek, provincie gezindte = kerkgenoodschap gezwind = vlug, snel gilde = vereninging van ambachtslieden glazuur = glazige stof waarmee aardewerk bestreken wordt globe = draaibare aardbool gloren = glanzen, zacht gloeien godvruchtig = vroom, godsdiestig gordel = band of riem om het middel