Hoofdstuk 12 - Gezondheid, blz. 225
Bij methode Basiswoordenschat - Nederlands en Scandinavisch aangemaakt op 10-06-2020 door julia en inmiddels 485 keer bekeken.
Leerjaar: 2
Niveau: universiteit
Vragen
koorts = en feber (koorts)thermometer = en termometer -trar koortsvrij = feberfri griep = en influensa zweten = att svettas svettades zweet = ett svett diarree = en diarré -er allergie = en allergi -er allergisch voor = allergisk mot hoorkoorts = en hösnuva spanning, stress = en stress overspannen = överansträngd een burnout hebben = att vara utbränd depressief zijn = att vara depressiv depressie, depressiviteit = en depression -er antidepressiva = antidepressiva medel (mv), ett lyckopiller X psychische stoornis = en psykisk störning -ar zenuwachtig, nerveus = nervös kalmeringsmiddel = ett lugnande medel X slapeloos = sömnlös slapeloosheid = sömnlöshet slaapmiddel = ett sömnmedel diabetes, suikerziekte = en diabetes, en sockersjuka diabeet = en diabetiker X hartaanval = en hjärtattack -er hartstilstand = ett hjärtstillestånd X trombose, bloedprop = en blodpropp -ar maagzweer = ett magsår X kanker = en cancer -crar kankerverwerkkend = cancerframkallande bestraling = en strålbehandling -ar geslachtsziekte = en könsskjukdom -ar virus = ett virus X bacterie = en bakterie -r infectie = en infektion -er verslaving = ett beroende verslaafd aan = beroende av alcohol = en alkohol -er alcoholist = en alkoholist -er drugs = en narkotika, ett knark drugsverslaafde = en narkoman -er