Overhoren - Hoofdstuk 12 - woordenschat - basisschool 7
Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op ⦾. Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met ✓ of ✗. Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.
Nederlands | Zweeds | ||
---|---|---|---|
overkoepelde, ruimte | = | ... | ⦾ ? |
landstreek, provincie | = | ... | ⦾ ? |
kerkgenoodschap | = | ... | ⦾ ? |
vlug, snel | = | ... | ⦾ ? |
vereninging van ambachtslieden | = | ... | ⦾ ? |
glazige stof waarmee aardewerk bestreken wordt | = | ... | ⦾ ? |
draaibare aardbool | = | ... | ⦾ ? |
glanzen, zacht gloeien | = | ... | ⦾ ? |
vroom, godsdiestig | = | ... | ⦾ ? |
band of riem om het middel | = | ... | ⦾ ? |