Verkeer en Reizen
Bij methode VAVO-Basiswoordenschat Spaans 6 aangemaakt op 08-12-2022 door SpaansVAVO en inmiddels 225 keer bekeken.
Niveau: vmbo-t/havo/volwassenenonderwijs
Vragen
Los Estados Unidos (EE.UU) = De Verenigde Staten (V.S.) la ciudad = de stad el centro = het centrum el pueblo = het dorp (ook: het volk) el parque = het park el puente = de brug la calle = de straat la calle comercial = de winkelstraat la calle peatonal = het voetgangerspad la avenida = de laan, de boulevard el paseo = de boulevard la carretera = de (grote) weg la autopista = de (auto) snelweg la gasolinera = het tankstation la estación servicio = het tankstation la gasolina = de benzine el gasoleó = de diesel echar / repostar gasolina = tanken el camino = de weg la plaza = het plein la esquina = de hoek doblar = afslaan, afbuigen a la derecha = (naar )rechts a la izquirda = (naar)links aquí, acá = hier allí, allá = daar ir = gaan ir a pie = te voet gaan ir en coche = met de auto gaan pasar = voorbij gaan, langs komen entrar = binnen komen, binnen gaan la entrada = de ingang, de oprit salir = weggaan la salida = de uitgang, de afrit llegar = aankomen, arriveren a tiempo = op tijd tarde = (te) laat volver (ue) = terugkeren, teruggaan conducir, manejar = autorijden rápido = snel deprisa = snel, haastig despacio = langzaam el coche = de auto el camión = de vrachtwagen la moto (cicleta) = motor(fiets), scooter la bicicleta, la bici = de fiets el motor = de motor el autobús = de bus el metro = de metro el tranvía = de tram la parada = de halte el taxi = de taxi el tráfico = het verkeer el tren = de trein el tren de cercanias = de stoptrein el tren de alta velocidad = de hogesnelheidstrein cambiar de tren = overstappen la estación = Het station ¡Atención! = Pas op! el barco = het schip la barca = De boot el puerto = de haven el avión = Het vliegtuig volar (ue) = vliegen el aeropuerto = de luchthaven el continente = het werelddeel subir = instappen bajar = uitstappen el cruce = de kruising cruzar = oversteken, kruisen el semáforo = het verkeerslicht la glorieta = de rotonde a lado de = naast en frente de = tegenover delante de = voor detrás de = achter en medio de = midden in alrededor de = in de buurt van encima de = boven debajo de = onder dentro de = binnen, in fuera de = buiten cerca de = dichtbij lejos de = ver van el pasaporte = de paspoort el documento national de identidad (el D.N.I.) = identiteitsbewijs viajar = reizen el viaje = de reis el turismo = het toerisme la oficina de turismo = vvv-kantoor el (la) turista = de toerist(e) la guía = de reisgids, boek el / la guía = de reisgids (persoon) visitar = bezoeken el mapa = de landkaart la maleta = de koffer hacer la maleta = de koffer pakken el hotel = het hotel la recepción = de receptie reservar = reserveren la reserva = de reservering la habitación = de kamer la habitación individual / doble = een of twee persoonskamer Europa = Europa España = Spanje Alemania = Duitsland Austria = Oostenrijk Suiza = Switserland Francia = Frankrijk Holanda = Nederland holandés / a = Hollands (e) el (la) holandés(a) = de hollander, de hollandse Los Países Bajos = Nederland Neerlandés / esa = Nederlands(e) El neerlandés (la neerlandesa) = de Nederlander (de Nederlandse) El neerlandés = het Nederlands Bélgica = België el (la) belga = de Belg, de Belgische Polonia = Polen Turquía = Turkije Inglaterra = Engeland Portugal = Portugal Italia = Italië America = Amerika Latinoamémerica = Latijns-Amerika Sudamérica = Zuid-Amerika Centroamérica = Midden-Amerika