⦾ alles laten zien ⦿ alles verbergen ⇄ omdraaien ⤨ herhaal moeilijk ⤨ shuffle

Overhoren - Thuis - vmbo-t/volwassenenonderwijs

Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op . Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met of . Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.

Nederlands Spaans
het huis = ... ?
Ik ga [naar huis]. = ... ?
thuis = ... ?
het rijtjeshuis = ... ?
het huis op het platteland = ... ?
het appartement = ... ?
het appartement, de flat = ... ?
het appartement, de woning = ... ?
de verdieping, de etage = ... ?
de begane grond = ... ?
het gebouw = ... ?
[de architect]e = ... ?
bouwen = ... ?
de trap = ... ?
de wand, de muur = ... ?
het dak = ... ?
de deur = ... ?
de voordeur = ... ?
de sleutel = ... ?
op slot doen, afsluiten = ... ?
het raam = ... ?
huren, verhuren = ... ?
De huur = ... ?
de huurovereenkomst = ... ?
verkopen = ... ?
te koop = ... ?
inrichten, installeren = ... ?
de lift = ... ?
de electriciteit = ... ?
de kamer, het vertrek = ... ?
de woonkamer = ... ?
de kamer, het vertrek = ... ?
de tafel = ... ?
op de tafel = ... ?
"de tafel dekken -\"de tafel afruimen\"-" = ... ?
de stoel = ... ?
het bureau = ... ?
de boekenkast = ... ?
de sofa = ... ?
de fauteuil = ... ?
het tapijt = ... ?
de lamp = ... ?
de staande lamp = ... ?
de keuken = ... ?
de koelkast = ... ?
de slaapkamer = ... ?
het bed = ... ?
het tweepersoonsbed = ... ?
slapen = ... ?
de pyjama = ... ?
de badkamer = ... ?
naar het toilet gaan = ... ?
de badkuip = ... ?
de douche = ... ?
zich douchen = ... ?
de wasbak = ... ?
de gang = ... ?
de tuin = ... ?
het terras = ... ?
het balkon = ... ?
de kast = ... ?
de kledingkast = ... ?
opruimen = ... ?
de orde = ... ?
op orde brengen = ... ?
schoonmaken = ... ?
(af)stoffen = ... ?
schoon = ... ?
vies = ... ?
wassen = ... ?
afwassen = ... ?
zich wassen = ... ?
tanden poetsen = ... ?
de zeep = ... ?

Klaar!