trajet 4
Bij methode Frans aangemaakt op 23-02-2022 door Noordaan en inmiddels 339 keer bekeken.
Vragen
de bejaarde = la personne âgée de gepensioneerde = le/la retraité(e) de weduwnaar = le veuf de weduwe = la veuve vrijgezel/alleenstaand = célibataire meerderjarig = majeur(e) minderjarig = mineur(e) getrouwd = marié(e) oud = vieux/vielle de geboorte = la naissance dertien jaar oud zijn = avoir treize ans scheiden = divorcer verliefd zijn (op) = être amoureux/amoureuse (de) geboren zijn = être né(e) met z'n vieren zijn = être quatre lijken op = Ressembler à heten = s'appeler huwen met = se marier avec (zich) voorstellen = (se) présenter scheiden,uiteengaan = se séparer