Hoofdstuk 9 - H9 Huid
Bij methode Medische terminologie anatomie en fysiologie aangemaakt op 19-12-2021 door Ilse3504 en inmiddels 340 keer bekeken.
Leerjaar: 1
Niveau: volwassenenonderwijs
Vragen
cutis = huid dermis/corium = lederhuid epidermis = opperhuid exocrien = afscheidend via een afvoerbuis lichaampjes van Meissner = zenuwuiteinden in de lederhuid de sensorische prikkels opnemen en doorsturen matrix = moederlaag: onderste laag van opperhuid waarin celdeling plaatsvindt onyx = nagel pigment = kleurstof die de huid een tint geven en beschermt tegen UV-straling subcutis = onderhuidsbindweefsel unguis = nagel acne vulgaris = vetpuistje adipositas = overgewicht, vetzucht aktinische keratose = premaligne huidafwijking met een verstoorde verhoorning. Kan zich ontwikkelen tot een plaveiselcelcarcinoom Plaveiselcelcarcinoom = is een kwaadaardige tumor die ontstaat uit cellen in de opperhuid. Het komt vooral voor bij mannen (op het hoofd) en wat minder bij vrouwen (op de benen). angioneurotisch oedeem = door allergische reactie een sterke opzwelling van de oppervlakkige en diepere huidlagen atheroomcyste = cyste gevuld met talg comedo = mee-eter couperose = zichtbare toenmane vd kleine bloedvaatjes in de huid vh gelaat bloedvaatjes dermatitis = ontsteking van de huid dermatomycose = oppervlakkige schimmelinfectie van de huid eczeem = acute of chronische ontstekingsreactie van de huid erysipelas = wondroos erythema = rode huiduitslag exantheem = vlekkerige rode huiduitslag bij besmettelijke kinderziekten fibroom = goedaardig, klein en zacht ,onderhuids bindweefselgezwel furunkel = steenpuist hermaigioom = goedaardig gezwel in de bloedvaten herpes = huiduitslag bestaande uit kleine met vocht gevulde blaasjes herpes labialis = koortslip herpes zoster = gordelroos impetigo = krentenbaard intertrigo = smetplek karbunkel = negenoog lipoom = vetbult maceratie = verweking van de huid door inwerking van vocht macula = rode vlek van de huid maligne melanoom = kwaadaardig uitgegroeide moedervlek naevus pigmentosus = moedervlek naevus vinosus = wijnvlek oncychomycose = schimmelnagel papel = huidknobbeltje papilloom = wratachtige uitgroeisel in de huid paronychi = ontsteking van de nagelriem petechiën = niet wegdrukbare vlekjes in de huid premaligne dermatose = huidaandoening die kwaadaardig kan worden poliep = gesteeld uitgroeisel postherpetische neuralgie = zenuwpijn psoriasis = huidziekte, veroorzaakt veel jeuk pustula = puistje pityriasis versicolor = oppervlakkige gistinfectie van de huid leidend tot niet blijven ontkleuring Quincke's oedeem = angioneurotisch oedeem, waarbij naast de huid en de diepere lagen ook de slijmvliezen opzwellen remissie = vermindering of verdwijning van ziekteverschijnsel rosacea = chronische aandoening van de huid. Opvallend felrode verkleuring van wangen en neus striae = huidstriemen teleangiëctasieën = plaatselijke verwijdering van haarvaatjes tinea corporis = ringworm tinea pedis = zwemmerseczeem urticaria = netelroos, allergische huidreactie die zich uit als galbulten en blaasjes op de huid en vee jeuk verruca vulgaris = wrat