Hoofdstuk 1 - 1.4 begrippen, ligging en bewegingen
Bij methode Medische terminologie anatomie en fysiologie aangemaakt op 27-11-2021 door Ilse3504 en inmiddels 435 keer bekeken.
Leerjaar: 1
Niveau: volwassenenonderwijs
Vragen
abdomen = buik cauda = staart cranium = schedel dorsum = rug extremiteiten = ledematen os = bot thorax = borstkas transversale vlak = horizontale vlak superior = hoger gelegen craniaal = in de richting van de schedel paramediane vlak = naast het mediane vlak gelegen inferior = lager gelegen caudaal = in de richting van de staart mediane vlak = vlak in de middellijn gelegen anterior = aan de voorzijde gelegen ventraal = aan de kant van de buik frontrale vlak = vlak evenwijzig aan het voorhoofd posterior = aan de achterzijde gelegen dorsaal = aan de kant van de rug centraal/mediaal = het midden mediaal/sagittale = naar het midden toe distaal = verst van het middelpunt gelegen lateraal = aan de zijkant gelegen proximaal = dicht bij het middelpunt gelegen flexie = buiging extensie = strekbeweging rotatie = draaiing anteflexie = buiging naar voren retroflexie = buiging naar achteren adductie = beweging naar de middellijn toe abductie = beweging van de middellijn af endorotatie = draaiing naar binnen exorotatie = draaiing naar buiten pronatie = draaiing van de hand of voet naar binnen. Bij een vooruitgestoken hand draait de handpalm naar beneden; bij draaiing van de voet draait de mediale voetrand naar beneden. supinatie = draaiing van de hand of voet naar buiten. Bij een vooruitgestoken hand draait de handpalm naar boven; bij draaiing van de voet draait de mediale voetrand omhoog flexie-extentie elleboog = buiging omhoog in strekbeweging dorsiflexie polsgewicht = buiging met de rug van de hand omhoog abductie polsgewicht = beweging van de middellijn af adductie polsgewicht = beweging naar de middellijn toe abductie linkerbeen = beweging van de middellijn af adductie van de rechterarm = beweging naar het lichaam toe anteflexie van de rechterarm = arm buiging naar voren endorotatie of pronatie van de rechteronderarm = naar binnen draaien van de handpalm bij een vooruitgestoken arm exorotatie of supinatie van de rechteronderarm = naar buiten draaien van de handpalm bij een vooruitgestoken arm