Hoofdstuk 1 - 1.3 Voor- en achtervoegsels
Bij methode Medische terminologie anatomie en fysiologie aangemaakt op 27-11-2021 door Ilse3504 en inmiddels 525 keer bekeken.
Leerjaar: 1
Niveau: volwassenenonderwijs
Vragen
a- of an- = niet Angio- = vat Anti- = tegen auto- = zelf brady- = traag chrom- = kleur di- = dubbel dia- = door, afzonderlijk, tussen dys- if dis- = moeilijk, slecht endo- = naar binnen toe epi- = op, boven erytr- of erythr- = rood exo- = naar buiten toe extra- = buiten, behalve , bovendien haem-, hem of hemato- = bloed hermi- = half hydro- = water hyper- = veel, hoog hypo- = weinig, laag infra- = onder inter- = tussen intra- = in, binnen leuco- of leuko- = wit lipo- = vet mal- = kwaad, ziekte mono- = 1 myo- = een spier betreffend neo- = nieuw oligo- = weinig path- = ziekte per- = doorheen peri- = rondom pluri- = veel(soortig) poly- = veel post- = na pre- = voor re- = opnieuw sclero- = hard sub- = onder supra- = boven tachy- = snel uni- = 1 -algie = pijn -ase = enzym -cardie = het hart betreffend -cide = dodend -cyt = cel -ectasie = verwijdering -ectomie = uitsnijding (geheel) -ese = toestand of vermogen -geen = veroorzakend, betreffend -grafie = afbeelden, schrijven -itis = ontsteking -logie = leer van een wetenschap -oom, -oma = gezwel -ose = aandoening -plexie = fixatie, aanhechting -plegie = verlamming -resectie = uitsnijding (gedeeltelijk) -scopie = bekijken, inspecteren -sectie = openen -tomie = snijden -troop = met betrekking tot