Hoofdstuk 13
Bij methode Hormoonstelsel aangemaakt op 06-03-2021 door Delissen en inmiddels 463 keer bekeken.
Vragen
adrenaline = bijniermerghormoon met een sympathicuswerking adrenocorticotroop hormoon (ACTH) = hypofysehormoon dat de werking van de bijnierschors beïnvloedt androgeen hormoon = mannelijk geslachtshormoon antidiuretisch hormoon (ADH) = hypofysehormoon dat inwerkt op de urineproductie calcitonine = schildklierhormoon met effect op de calciumhuishoudimg; antagonist van het parathormoon cortex = schors endocriene klieren = klieren met interne secretie: afscheiding in het lichaam glandula parathyroidea = bijschildklier glandula suprarenalis = bijnier glandula thyroidea = schildklier glucagon = alvleesklierhormoon met effect op de glucosehuishouding: antagonist van insuline