Hoofdstuk 13

Bij methode Hormoonstelsel aangemaakt op 06-03-2021 door Delissen en inmiddels 391 keer bekeken.

Vragen

adrenaline = bijniermerghormoon met een sympathicuswerking
adrenocorticotroop hormoon (ACTH) = hypofysehormoon dat de werking van de bijnierschors beïnvloedt
androgeen hormoon = mannelijk geslachtshormoon
antidiuretisch hormoon (ADH) = hypofysehormoon dat inwerkt op de urineproductie
calcitonine = schildklierhormoon met effect op de calciumhuishoudimg; antagonist van het parathormoon
cortex = schors
endocriene klieren = klieren met interne secretie: afscheiding in het lichaam
glandula parathyroidea = bijschildklier
glandula suprarenalis = bijnier
glandula thyroidea = schildklier
glucagon = alvleesklierhormoon met effect op de glucosehuishouding: antagonist van insuline