Skelet hoofstuk 10

Bij methode Hoofdstuk 10 het skelet aangemaakt op 15-02-2021 door Delissen en inmiddels 480 keer bekeken.

Vragen

acetabulum = heupkom
anulus fibrosus = harde bindweefselring
arcus = boog
atlas = bovenste nekwervel
axis = draaier, tweede nekwervel
bursa = slijmbeurs
calcaneus = hielbeen
caput femoris = dijbeenkop
caput humeri = kop van opperarmbeen
carpus = handwortel
cartilago = kraakbeen
clavicula = sleutelbeen
collum femoris = dijbeenhals
condylus = knobbel (kniegewricht)
corpus vertebrae = wervellichaam
costa = rib
cranium = schedel
dens axis = uitsteeksel van de tweede halswervel, de draaier
dens = tand (meervoud dentes)
diafyse = middelste stuk van een pijpbeen
discus intervertebralis = tussenwervelschijf
epifysaire schijf = laag kraakbeen tussen epi- en diafyse, waarin naar beide kanten de botgroei plaatsvindt, groeischijf
epifyse = uiteinde van een pijpbeen
extremiteit = ledemaat
falanx = kootje van teen of hand (meervoud: falangen)
femur = dijbeen (meervoud: femora)
fibula = kuirbeen
fontanel = opening tussen schedelbeenderen bij baby's
foramen magnum = achterhoofdsgat, waardoor het ruggenmerg de hersenen bereikt
genu = knie
humerus = opperarmbeen
ligament = gewrichtsband
malleolus = enkel
mandibula = onderkaak
manus = hand
maxilla = bovenkaak
maxilla = bovenkaak
meatus acusticus externus = uitwendige gehoorgang
meatus acusticus externus = uitwendige gehoorgang
medulla ablongata = verlengde merg
medulla ablongata = verlengde merg
meniscus = halvemaanvormig kraakbeens schijfje in de knie
meniscus = halvemaanvormig kraakbeens schijfje in de knie
(meervoud: meniscussen of menisci)
(meervoud: meniscussen of menisci)
musculus quadriceps femoris = vierkoppige dijbeenspier
musculus quadriceps femoris = vierkoppige dijbeenspier
nucleus pulposus = geleiachtige kern van de tussenwervelschijf
nucleus pulposus = geleiachtige kern van de tussenwervelschijf
oclecranon = elleboog
oclecranon = elleboog
os nasale = neusbeen
orbita = oogkas
orbita = oogkas
os = bot
os = bot
os coccygis = staartbeen
os coccygis = staartbeen
os ethmoidale = zeefbeen
os ethmoidale = zeefbeen
os frontale = voorhoofdsbeen ( beenderen hersenschedel)
os frontale = voorhoofdsbeen ( beenderen hersenschedel)
os ilium = darmbeen, heupbeen
os ilium = darmbeen, heupbeen
os ischii = zitbeen
os ischii = zitbeen
os nasale = neusbeen
os occipitale = achterhoofdsbeen (beenderen hersenschedel)
os parietale = wandbeen (beenderen hersenschedel)
os pubis = sxhammbeen
os sacrum = heiligbeen
os temporale = slaapbeen (beenderen hersenschedel)
os zygomaticum = jukbeen (meervoud: ossa sygomatica)
ossa carpi = handwortelbeentjes
ossa coxae = heupbeenderen
ossa metacarpi = middenhandsbeentjes
ossa tarsi = voetwortelbeentjes
palatum durum = hard gehemelte
palatum molle = zacht gehemelte
palatum molle = zacht gehemelte
patella = knieschijf
patella = knieschijf
pelvis = bekken
perichondrium = kraakbeenvlies
periost = beenvlies
radius = spaakbeen
scapula = schouderblad
sella turcica = turks zadel
septum nasi = neustussenschot
sinus frontalis = voorhoofdsholte
sinus maxillaris = kaakholte (meervoud: sinus maxxilares)
spongiosa = sponsachtige deel van het pijpbeen in de epifyse
sternum = borstbeen
sternum = borstbeen
symfyse = verbinding tussen de twee schaambeenderen
symfyse = verbinding tussen de twee schaambeenderen
synovia = gewrichtssmeer
synovia = gewrichtssmeer
talus = sprongbeen
talus = sprongbeen
thorax = borstkas
thorax = borstkas
tibia = scheenbeen
tibia = scheenbeen
ulna = ellepijp
ulna = ellepijp
vertebra = wervel
vertebra = wervel
vertebrae cervicales = nekwervels
vertebrae cervicales = nekwervels
vertebrae lumbales = lendenwervels
vertebrae lumbales = lendenwervels
vertebrea thoracicae = borstwervels
vertebrea thoracicae = borstwervels
angina tonsillaris = ontsteking van de keelamandel
ankylose = gewrichtsvergroeiing
arthritis urica = jicht, gewrichtsaandoening door neerslag van urinezuur in gewrichten
artrose = degeneratie (slijtage) van gewrichten
atrofie = verschrompeling van weefsel of een orgaan
callus = nieuw weefsel dat na een fractuur de breukvlakken met elkaar verbindt
chondrosarcoom = maligen tumor uitgaande van kraakbeenweefsel
collumfractuur = fractuur van de femurhals
compressiefractuur = breuk, waarbij het bot wordt samengedrukt
corpus liberum = los stukje kraakbeen of botweefsel dat vrij door het gewricht zwerft
dislocatie = verplaatsing, verschuiving
distorsie = verstuiking
fissuur = barst in een bot
fractuur = botbreuk
hematoom = bloeduitstorting
heupluxatie = uit de kom schieten van de heupkop
hydrops = abnormale vochtophoping in gewricht of lichaamsholte
hydrops = abnormale vochtophoping in gewricht of lichaamsholte
(hyper)kyfose = (overmatige) voor- achterwaartse, bolle kromming van de wervelkolom
(hyper)kyfose = (overmatige) voor- achterwaartse, bolle kromming van de wervelkolom
(hyper)lordose = holle rug, (overmatige) voorwaartse kromming van de wervelkolom
(hyper)lordose = holle rug, (overmatige) voorwaartse kromming van de wervelkolom
impressiefractuur = breuk, waarbij door het trauma het platte bot naar binnen wordt gedrukt
impressiefractuur = breuk, waarbij door het trauma het platte bot naar binnen wordt gedrukt
laesie = verwonding, beschadiging, letsel
laesie = verwonding, beschadiging, letsel
luxatie = ontwrichting
luxatie = ontwrichting
osteomyelitis = ontsteking van het beenmerg
osteomyelitis = ontsteking van het beenmerg
osteoporose = ontkalking van botten
osteoporose = ontkalking van botten
osteosarcoom = maligne tumor uutgaande van botweefsel
osteosarcoom = maligne tumor uutgaande van botweefsel
polytrauma = verwondingen van minstens twee lichaamsdelen of orgaansystemen die afzonderlijk of gezamenlijk levensbedreigend zijn
polytrauma = verwondingen van minstens twee lichaamsdelen of orgaansystemen die afzonderlijk of gezamenlijk levensbedreigend zijn
pseudartrose = vals gewricht, vorming van gewrichtsachtige structuur na slechte genezing van een botbreuk
pseudartrose = vals gewricht, vorming van gewrichtsachtige structuur na slechte genezing van een botbreuk
rachitis = engelse ziekte, vertraagde verbening van botten bij kinderen door gebrek aan vitamine D
rachitis = engelse ziekte, vertraagde verbening van botten bij kinderen door gebrek aan vitamine D
regeneratie = herstel, genezing
regeneratie = herstel, genezing
reponeren = terugplaatsen
reponeren = terugplaatsen
reumatoïde artritis = chromische ontstekingsachtige aandoening van gewrichten en bindweefselstructuren die typische misvormingen teweegbrengt
reumatoïde artritis = chromische ontstekingsachtige aandoening van gewrichten en bindweefselstructuren die typische misvormingen teweegbrengt
ruptuur = verscheuring van weefsel
ruptuur = verscheuring van weefsel
sarcoom = kwaadaardige tumor van steun- en tussenweefsels od van de weke delen
sarcoom = kwaadaardige tumor van steun- en tussenweefsels od van de weke delen
sarcoom = kwaadaardige tumor van steun- en tussenweefsels od van de weke delen
scoliose = zijwaartse kromming van de wervelkolom
scoliose = zijwaartse kromming van de wervelkolom
scoliose = zijwaartse kromming van de wervelkolom
syndroom van Tietze = aandoening waarbij een of meer kraakbeenverbindingen tussen borstbeen en de ribben pijnlijk zijn
syndroom van Tietze = aandoening waarbij een of meer kraakbeenverbindingen tussen borstbeen en de ribben pijnlijk zijn
syndroom van Tietze = aandoening waarbij een of meer kraakbeenverbindingen tussen borstbeen en de ribben pijnlijk zijn
trauma = letsel, verwonding (meervoud: traumata of trauma's)
trauma = letsel, verwonding (meervoud: traumata of trauma's)
trauma = letsel, verwonding (meervoud: traumata of trauma's)
traumatologie = geneeskundig specialisme dat zich bezighoudt met door traumata veroorzaakte afwijkingen
traumatologie = geneeskundig specialisme dat zich bezighoudt met door traumata veroorzaakte afwijkingen
traumatologie = geneeskundig specialisme dat zich bezighoudt met door traumata veroorzaakte afwijkingen
ziekte van Bechterew = verstijving en verkromming op lumbaal niveau van de wervelkolom door verbeende tussenwervelschijven
ziekte van Bechterew = verstijving en verkromming op lumbaal niveau van de wervelkolom door verbeende tussenwervelschijven
ziekte van Bechterew = verstijving en verkromming op lumbaal niveau van de wervelkolom door verbeende tussenwervelschijven