Begrippen geneesmiddelenleer

Bij methode Begrippen geneesmiddelenleer aangemaakt op 30-12-2020 door Delissen en inmiddels 393 keer bekeken.

Vragen

bijwerking = onbedoeld effect geneesmiddel (al dan niet gunstig)
contra-indicatie = reden om middel per se toe te dienen
dosering = hoeveelheid toe te dienen medicatie, bijv 3 dd 50mg drie keer per dag 50 milligram
effective dosis = dosis waarin geneesmiddel effect heeft
farmacologie = geneesmiddelenleer
farmacon = geneesmiddel
geneesmiddeleninteractie = onderlinge wisselwerking tussen twee of meer gelijktijdig toegediende medicijnen
generieke naam = naam van de werkzame stof van het geneesmiddel (met kleine letter) bijv furosemide
indicatie = reden om middel toe te dienen
infuus = langdurige injectie
injectie = inspuiting
intramusculair injecteren i.m. = injecteren in een spier
intraveneus injecteren i.v. = in een vene (ader) injecteren
orale toediening (per os) = inname via de mond
parenterale toediening = toediening buiten de tractus digestivus om, bijv via injectie
placebo = schijngeneesmiddel (vaak gebruikt bij geneesmiddelenonderzoek)
rectale toediening = via de endeldarm
specialité = merkgeneesmiddel, verzonnen naam met hoofdletter Lasix
subcutaan injecteren s.c. = onderhuids injecteren
suppletietherapie = behandeling gericht op aanvulling tekort
toxiciteit = giftigheid
UAD-geneesmiddel = geneesmiddel dat uitsluitend bij de apotheek of drogist te koop is (zonder recept)
UR-geneesmiddel = geneesmiddel uitsluitend op recept verkrijgbaar