Hoofdstuk 3 - ofdstuk 3

Bij methode NoW - Norwegian on the Web aangemaakt op 10-06-2020 door vince en inmiddels 473 keer bekeken.
Leerjaar: 1 Niveau: universiteit

Vragen

å fylle ut = invullen
en fødselsdato = een geboortedatum
første = eerste
et skjema = een formulier
greit = okay
å hente = halen
en hybel = een (studenten)kamer
ei inventarliste = een inventarisatielijst
i går = gisteren
i morgen = morgen
i formiddag / i dag morges = vanmorgen
en kontrakt = een contract
ei liste = een lijst
lykke til = succes
et mobilnummer = een mobiel telefoonnummer
en mobiltelefon = een mobiele telefoon
et møbel = een meubel
cirka = ongeveer
en sykkel = een fiets
å sykle = fietsen
ei lampe = een lamp
en nøkkel = een sleutel
et pass = een paspoort
en resepsjonist = een receptionist
et rom = een kamer
ei seng = een bed
ennå = nog niet
en bygning = een gebouw
en etasje = een etage
å skrive = schrijven
å skrive under = ondertekenen
å stave = spellen
en stol = een stoel
et tall = een getal
ei trapp = een trap
ut = uit
ute = buiten
et utstyr = een uitrusting
alt = alles
der = daar
aldri = nooit
andre = tweede
ei bokhylle = een boekenkast
brun = bruin
å bære = dragen
å dele = delen
ei dør = een deur
en far = een vader
fæl = lelijk
et gardin = een gordijn
gjennom = door
henne = haar
hjemme = thuis
høy = lang
en moped = een brommer
dårlig = slecht
et kjøkken = een keuken
å legge = leggen
ei mor = een moeder
å sette = neerzetten
en sjokolade = een chocolade
et skap = een kastje
et skrivebord = een bureau
stille = stil
stor = groot
té = thee
å tenke = denken
under = onder
ved siden av = naast
et vindu = een raam
en bror = een broer
brødre = broers, broeders
fin = mooi, fijn
en gitar = een gitaar
en gjest = een gast
et instrument = een instrument
kjempeflink = reuze goed
en kjøkkenbenk = een aanrecht
å koke = koken
en middag = een diner
moderne = modern
musikk = muziek
et piano = een piano
å si = zeggen
sier (å si) = zegt
å spille = spelen
supert = super
et søsken = een broer of zus
søsken = broers of zussen
ei søster = een zus
så fint kjøkken = wat een mooie keuken
et vann = een water
en vannkoker = een waterkoker
et bad = een badkamer
å barbere seg = zich scheren
et brød = een brood
ei brødskive = een boterham
da = dan, toen
en frokost = een ontbijt
en dusj = een douche
å glede seg til = uitkijken naar
å ha lyst på = zin hebben in
inne = in, binnen
en italiener = een Italiaan
en jus = een sap
kjempesulten = reuze hongerig
et kjøleskap = een koelkast
å kle på seg = zich aankleden
å lage = maken
en mat = een eten
en melk = een melk
en nordmann = een Noor
en ost = een kaas
å pusse = poetsen
en salami = een salami
seg = zich
å sette seg = gaan zitten
en skinke = een ham
ei skive = een plakje
spennende = spannend
å stå opp = opstaan
ei tann = een tand
tenner (ei tann) = tanden
å treffe = treffen, ontmoeten
å tørke = drogen
vet (å vite) = weet
å vite = weten
fordi = omdat
nysgjerrig = nieuwsgierig
trøtt = moe
et spørsmål = een vraag
en bag = een tas
å huske = herinneren
å sitte = zitten
flertall = meervoud
et eple = een appel
en pølse = een (knak)worst
ei stue = een woonkamer
et barn = een kind
å glemme = vergeten
en vask = een wastafel
et badekar = een bad
hvit = wit
svart = zwart
rød = rood
oransje = oranje
gul = geel
grønn = groen
blå = blauw
grå = grijs
rosa = roze
turkis = turquoise
fiolett, lilla = violet, paars
et soverom = een slaapkamer
et toalett, et WC, en do = een toillet
en kjeller = een kelder
et loft = een zolder
en lenestol = een fauteuil
en kopp = een kopje
et glass = een glas
en asjett = een schoteltje
en tallerken = een bord
et fat = een schaal
en kniv = een mes
en gaffel = een vork
en skje = een lepel
en ostehøvel = een kaasschaaf
en komfyr = een fornuis
ei oppvaskmaskin = een afwasmachine
et speil = een spiegel
dopapir = toiletpapier
en tannbørste = een tandenborstel
tannkrem = tandpasta
en hårbørste = een haarborstel
et håndkle = een handdoek
ei såpe = een zeep
en brødrister = een broodrooster
en kaffetrakter = een koffiezetapparaat
en kasserolle = een sauspan
en oppvaskbørste = een afwasborstel
en barberhøvel = een scheermes
barberskum = scheerschuim
ei dusjsåpe = een douchegel
en hårføner = een fohn
sjampo = shampoo