Hoofdstuk 3 - ofdstuk 3
Bij methode NoW - Norwegian on the Web aangemaakt op 10-06-2020 door vince en inmiddels 551 keer bekeken.
Leerjaar: 1
Niveau: universiteit
Vragen
å fylle ut = invullen en fødselsdato = een geboortedatum første = eerste et skjema = een formulier greit = okay å hente = halen en hybel = een (studenten)kamer ei inventarliste = een inventarisatielijst i går = gisteren i morgen = morgen i formiddag / i dag morges = vanmorgen en kontrakt = een contract ei liste = een lijst lykke til = succes et mobilnummer = een mobiel telefoonnummer en mobiltelefon = een mobiele telefoon et møbel = een meubel cirka = ongeveer en sykkel = een fiets å sykle = fietsen ei lampe = een lamp en nøkkel = een sleutel et pass = een paspoort en resepsjonist = een receptionist et rom = een kamer ei seng = een bed ennå = nog niet en bygning = een gebouw en etasje = een etage å skrive = schrijven å skrive under = ondertekenen å stave = spellen en stol = een stoel et tall = een getal ei trapp = een trap ut = uit ute = buiten et utstyr = een uitrusting alt = alles der = daar aldri = nooit andre = tweede ei bokhylle = een boekenkast brun = bruin å bære = dragen å dele = delen ei dør = een deur en far = een vader fæl = lelijk et gardin = een gordijn gjennom = door henne = haar hjemme = thuis høy = lang en moped = een brommer dårlig = slecht et kjøkken = een keuken å legge = leggen ei mor = een moeder å sette = neerzetten en sjokolade = een chocolade et skap = een kastje et skrivebord = een bureau stille = stil stor = groot té = thee å tenke = denken under = onder ved siden av = naast et vindu = een raam en bror = een broer brødre = broers, broeders fin = mooi, fijn en gitar = een gitaar en gjest = een gast et instrument = een instrument kjempeflink = reuze goed en kjøkkenbenk = een aanrecht å koke = koken en middag = een diner moderne = modern musikk = muziek et piano = een piano å si = zeggen sier (å si) = zegt å spille = spelen supert = super et søsken = een broer of zus søsken = broers of zussen ei søster = een zus så fint kjøkken = wat een mooie keuken et vann = een water en vannkoker = een waterkoker et bad = een badkamer å barbere seg = zich scheren et brød = een brood ei brødskive = een boterham da = dan, toen en frokost = een ontbijt en dusj = een douche å glede seg til = uitkijken naar å ha lyst på = zin hebben in inne = in, binnen en italiener = een Italiaan en jus = een sap kjempesulten = reuze hongerig et kjøleskap = een koelkast å kle på seg = zich aankleden å lage = maken en mat = een eten en melk = een melk en nordmann = een Noor en ost = een kaas å pusse = poetsen en salami = een salami seg = zich å sette seg = gaan zitten en skinke = een ham ei skive = een plakje spennende = spannend å stå opp = opstaan ei tann = een tand tenner (ei tann) = tanden å treffe = treffen, ontmoeten å tørke = drogen vet (å vite) = weet å vite = weten fordi = omdat nysgjerrig = nieuwsgierig trøtt = moe et spørsmål = een vraag en bag = een tas å huske = herinneren å sitte = zitten flertall = meervoud et eple = een appel en pølse = een (knak)worst ei stue = een woonkamer et barn = een kind å glemme = vergeten en vask = een wastafel et badekar = een bad hvit = wit svart = zwart rød = rood oransje = oranje gul = geel grønn = groen blå = blauw grå = grijs rosa = roze turkis = turquoise fiolett, lilla = violet, paars et soverom = een slaapkamer et toalett, et WC, en do = een toillet en kjeller = een kelder et loft = een zolder en lenestol = een fauteuil en kopp = een kopje et glass = een glas en asjett = een schoteltje en tallerken = een bord et fat = een schaal en kniv = een mes en gaffel = een vork en skje = een lepel en ostehøvel = een kaasschaaf en komfyr = een fornuis ei oppvaskmaskin = een afwasmachine et speil = een spiegel dopapir = toiletpapier en tannbørste = een tandenborstel tannkrem = tandpasta en hårbørste = een haarborstel et håndkle = een handdoek ei såpe = een zeep en brødrister = een broodrooster en kaffetrakter = een koffiezetapparaat en kasserolle = een sauspan en oppvaskbørste = een afwasborstel en barberhøvel = een scheermes barberskum = scheerschuim ei dusjsåpe = een douchegel en hårføner = een fohn sjampo = shampoo