Hoofdstuk 2 - ofdstuk 2

Bij methode NoW - Norwegian on the Web deel 1 aangemaakt op 10-06-2020 door vince en inmiddels 443 keer bekeken.
Leerjaar: 1 Niveau: universiteit

Vragen

ei adresse = een adres
av = van
en bagasje = een bagage
å betale = betalen
å dra = gaan
gjerne = graag
kan (å kunne) = kan
å kjøre = rijden
klokka er... = de tijd is...
ei klokke = een klok, horloge
en mandag = een maandag
meg = mij
må (å måtte) = moet
en resepsjon = een receptie
å se = zien
en sentralstasjon = een centraal station
å sjekke = controleren
skal (å skulle) = zal
en studentby = een studentenstad
en taxi, en drosje = een taxi
en taxisjåfør = een taxichauffeur
en vei = een weg
vil (å ville) = wil
vil gjerne = wil graag
et øyeblikk = een ogenblik
åtte = acht
en buss = een bus
en bussjåfør = een buschauffeur
en busstur = een busreis
flott = goed, geweldig
en flybuss = een pendeldienst van en naar de luchthaven
for = voor
å gå = lopen
ham = hem
hei = hoi
en hjelp = een hulp
å hjelpe = helpen
inn = in
en koffert = een koffer
et kort = een kaart
å lande = landen
et nummer = een nummer
en pose = een tas
å rope = roepen
selvfølgelig = natuurlijk
spør (å spørre) = vraagt
å spørre = vragen
å stå = staan
en tirsdag = een dinsdag
to = twee
tre = drie
utenfor = buiten
vent = wacht
å vente = wachten
ei veske = een handtas
at = dat
å bety = betekenen
en billett = een kaartje
å bruke = gebruiken
ei bussrute = een busroute
å bytte = overstappen
endelig = eindelijk
å finne = vinden
å få = krijgen
halv = half
hvilken = welke
kvart = kwart
å ligge = liggen
mye = veel ontelbaar
ni = negen
når = wanneer
en onsdag = een woensdag
en overgang = een overstap
et sentrum = een (stads)centrum
et skilt = een bord
en time = een uur
dem = hen
å drikke = drinken
ett = een
etterpå = nadat
forbi = voorbij
først = eerst
høyre = rechts
en kafé = een café
en kaffe = een koffie
å kjøpe = kopen
et kjøpesenter = een winkelcentrum
en kopp = een kop
noen = sommige, een paar
oss = ons
å parkere = parkeren
en parkeringsplass = een parkeerplaats
rett fram = rechtdoor
et rundstykke = een broodje
å spise = eten
å stenge = sluiten
sulten = hongerig
å takke = bedanken
ti = tien
en torsdag = een donderdag
venstre = links
øst = oost
tørst = dorstig
å nekte = weigeren
å sove = slapen
å gjenta = herhalen
hver = iedere
dessverre = helaas
ei tavle = een schoolbord
en penn = een pen
ei bok = een boek
en stol = een stoel
et bord = een tafel
en fjord = een fjord
ei dør = een deur
en vegg = een muur, wand
en blyant = een potlood
å gå av = uitstappen
ei ferge = een veerboot
en hund = een hond
da = dan, toen
til fots = te voet
en fredag = een vrijdag
en lørdag = een zaterdag
en søndag = een zondag
en dag = een dag
en morgen = een morgen
en formiddag = een morgen
midt på dagen = midden op de dag
en ettermiddag = een middag
en kveld = een avond
ei natt = een nacht
et døgn = een etmaal
ei uke = een week
ei helg = een weekend
en måned = een maand
et år = een jaar