Hoofdstuk 2 - ofdstuk 2
Bij methode NoW - Norwegian on the Web deel 1 aangemaakt op 10-06-2020 door vince en inmiddels 525 keer bekeken.
Leerjaar: 1
Niveau: universiteit
Vragen
ei adresse = een adres av = van en bagasje = een bagage å betale = betalen å dra = gaan gjerne = graag kan (å kunne) = kan å kjøre = rijden klokka er... = de tijd is... ei klokke = een klok, horloge en mandag = een maandag meg = mij må (å måtte) = moet en resepsjon = een receptie å se = zien en sentralstasjon = een centraal station å sjekke = controleren skal (å skulle) = zal en studentby = een studentenstad en taxi, en drosje = een taxi en taxisjåfør = een taxichauffeur en vei = een weg vil (å ville) = wil vil gjerne = wil graag et øyeblikk = een ogenblik åtte = acht en buss = een bus en bussjåfør = een buschauffeur en busstur = een busreis flott = goed, geweldig en flybuss = een pendeldienst van en naar de luchthaven for = voor å gå = lopen ham = hem hei = hoi en hjelp = een hulp å hjelpe = helpen inn = in en koffert = een koffer et kort = een kaart å lande = landen et nummer = een nummer en pose = een tas å rope = roepen selvfølgelig = natuurlijk spør (å spørre) = vraagt å spørre = vragen å stå = staan en tirsdag = een dinsdag to = twee tre = drie utenfor = buiten vent = wacht å vente = wachten ei veske = een handtas at = dat å bety = betekenen en billett = een kaartje å bruke = gebruiken ei bussrute = een busroute å bytte = overstappen endelig = eindelijk å finne = vinden å få = krijgen halv = half hvilken = welke kvart = kwart å ligge = liggen mye = veel ontelbaar ni = negen når = wanneer en onsdag = een woensdag en overgang = een overstap et sentrum = een (stads)centrum et skilt = een bord en time = een uur dem = hen å drikke = drinken ett = een etterpå = nadat forbi = voorbij først = eerst høyre = rechts en kafé = een café en kaffe = een koffie å kjøpe = kopen et kjøpesenter = een winkelcentrum en kopp = een kop noen = sommige, een paar oss = ons å parkere = parkeren en parkeringsplass = een parkeerplaats rett fram = rechtdoor et rundstykke = een broodje å spise = eten å stenge = sluiten sulten = hongerig å takke = bedanken ti = tien en torsdag = een donderdag venstre = links øst = oost tørst = dorstig å nekte = weigeren å sove = slapen å gjenta = herhalen hver = iedere dessverre = helaas ei tavle = een schoolbord en penn = een pen ei bok = een boek en stol = een stoel et bord = een tafel en fjord = een fjord ei dør = een deur en vegg = een muur, wand en blyant = een potlood å gå av = uitstappen ei ferge = een veerboot en hund = een hond da = dan, toen til fots = te voet en fredag = een vrijdag en lørdag = een zaterdag en søndag = een zondag en dag = een dag en morgen = een morgen en formiddag = een morgen midt på dagen = midden op de dag en ettermiddag = een middag en kveld = een avond ei natt = een nacht et døgn = een etmaal ei uke = een week ei helg = een weekend en måned = een maand et år = een jaar