⦾ alles laten zien ⦿ alles verbergen ⇄ omdraaien ⤨ herhaal moeilijk ⤨ shuffle

Overhoren - Hoofdstuk 2 - ofdstuk 2 - universiteit 1

Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op . Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met of . Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.

Noors Nederlands
een adres = ... ?
van = ... ?
een bagage = ... ?
betalen = ... ?
gaan = ... ?
graag = ... ?
kan = ... ?
rijden = ... ?
de tijd is... = ... ?
een klok, horloge = ... ?
een maandag = ... ?
mij = ... ?
moet = ... ?
een receptie = ... ?
zien = ... ?
een centraal station = ... ?
controleren = ... ?
zal = ... ?
een studentenstad = ... ?
een taxi = ... ?
een taxichauffeur = ... ?
een weg = ... ?
wil = ... ?
wil graag = ... ?
een ogenblik = ... ?
acht = ... ?
een bus = ... ?
een buschauffeur = ... ?
een busreis = ... ?
goed, geweldig = ... ?
een pendeldienst van en naar de luchthaven = ... ?
voor = ... ?
lopen = ... ?
hem = ... ?
hoi = ... ?
een hulp = ... ?
helpen = ... ?
in = ... ?
een koffer = ... ?
een kaart = ... ?
landen = ... ?
een nummer = ... ?
een tas = ... ?
roepen = ... ?
natuurlijk = ... ?
vraagt = ... ?
vragen = ... ?
staan = ... ?
een dinsdag = ... ?
twee = ... ?
drie = ... ?
buiten = ... ?
wacht = ... ?
wachten = ... ?
een handtas = ... ?
dat = ... ?
betekenen = ... ?
een kaartje = ... ?
gebruiken = ... ?
een busroute = ... ?
overstappen = ... ?
eindelijk = ... ?
vinden = ... ?
krijgen = ... ?
half = ... ?
welke = ... ?
kwart = ... ?
liggen = ... ?
veel ontelbaar = ... ?
negen = ... ?
wanneer = ... ?
een woensdag = ... ?
een overstap = ... ?
een (stads)centrum = ... ?
een bord = ... ?
een uur = ... ?
hen = ... ?
drinken = ... ?
een = ... ?
nadat = ... ?
voorbij = ... ?
eerst = ... ?
rechts = ... ?
een café = ... ?
een koffie = ... ?
kopen = ... ?
een winkelcentrum = ... ?
een kop = ... ?
sommige, een paar = ... ?
ons = ... ?
parkeren = ... ?
een parkeerplaats = ... ?
rechtdoor = ... ?
een broodje = ... ?
eten = ... ?
sluiten = ... ?
hongerig = ... ?
bedanken = ... ?
tien = ... ?
een donderdag = ... ?
links = ... ?
oost = ... ?
dorstig = ... ?
weigeren = ... ?
slapen = ... ?
herhalen = ... ?
iedere = ... ?
helaas = ... ?
een schoolbord = ... ?
een pen = ... ?
een boek = ... ?
een stoel = ... ?
een tafel = ... ?
een fjord = ... ?
een deur = ... ?
een muur, wand = ... ?
een potlood = ... ?
uitstappen = ... ?
een veerboot = ... ?
een hond = ... ?
dan, toen = ... ?
te voet = ... ?
een vrijdag = ... ?
een zaterdag = ... ?
een zondag = ... ?
een dag = ... ?
een morgen = ... ?
een morgen = ... ?
midden op de dag = ... ?
een middag = ... ?
een avond = ... ?
een nacht = ... ?
een etmaal = ... ?
een week = ... ?
een weekend = ... ?
een maand = ... ?
een jaar = ... ?

Klaar!