Hoofdstuk 2 - Mediawijs BASIS

Bij methode Methode M 1 aangemaakt op 22-08-2022 door methodem en inmiddels 174 keer bekeken.
Leerjaar: 3 Niveau: vmbo-bb

Vragen

Agendafunctie = Een onderwerp onder de aandacht te brengen bij burgers of bij de politiek.
Beeldvorming = De gedachtes die ontstaan bij iets of iemand. Hierdoor ontstaan mogelijk vooroordelen en stereotypes. Bijvoorbeeld: Hoe vorm je een beeld van migranten?
Bronnen = Een plek waar informatie vandaan komt. Bijvoorbeeld: Een ooggetuige of een krantenartikel.
Commercieel = Met het doel om winst te maken.
cookies = Een cookie is een bestandje met persoonlijke informatie die een website of app op jouw computer achterlaat.
doelgroep = Een groep met grotendeels dezelfde eigenschap(pen) waar bedrijven zich op richten. Bijvoorbeeld: Een speelgoedreclame die zich richt op kinderen.
Infotainment = Informatie die op een leuke manier wordt gebracht.
Journalisten = Journalisten zijn mensen die berichten maken over belangrijke gebeurtenissen in de samenleving.
massamedia = Media die met hun boodschap zoveel mogelijk mensen proberen te bereiken.
media = Bedrijven die zich bezighouden met het overbrengen van informatie.
Medialandschap = Alle mediabedrijven van Nederland.
Medialisering = Het proces waarin de media een steeds grotere rol spelen in ons leven.
medium = Een middel om informatie over te dragen. Bijvoorbeeld: Krant, telefoon of televisie. Meervoud: media.
Meningsvormende functie = Als een mediabericht als functie heeft om jouw mening te vormen en veranderen.
Persbureau = Een organisatie die nieuws verzamelt vanuit verschillende landen, personen en bedrijven, en dit nieuws verkoopt aan kranten of televisie-omroepen.
privacy = De vrijheid om te kiezen om persoonlijke informatie wel of niet te delen.
Publieke omroep = De publieke omroep zendt programma's uit voor alle groepen in de samenleving, betaald vanuit belastinggeld.
redactie = Een groep journalisten die samen beslissen welke nieuwsberichten in de media of op het journaal komen.
Rolpatroon = Je gedragen precies zoals van jou (in je rol) wordt verwacht. Bijvoorbeeld: De rol van ouder: ouders gedragen zich volwassen in het bijzijn van hun kind.
Socialiserende functie = Het overbrengen van de waarden, normen en gewoonten. Media hebben ook een socialiserende functie, zij doen aan cultuuroverdracht.
stereotype = Een stereotype is een overdrijving, een uitvergroting als kenmerk voor een hele groep.
verslaggever = Een journalist die vaak de deur uit is, en ter plekke reportages maakt.