Woordjes leren Latijn
Bij methode Woordjes leren aangemaakt op 14-11-2022 door Celyneboer en inmiddels 281 keer bekeken.
Vragen
et = en ergo = dus non = niet esse = zijn accusare = beschuldigen aequare = gelijk maken ambulare = wandelen cantare = zingen dare = geven desiderare = wensen illustrare = verlichten iuvare = helpen liberare = bevrijden ligare = verbinden mutare = veranderen vocare = roepen, noemen audere = durven delere = verwoesten habere = hebben miscere = mengen monere = vermanen movere = in beweging zetten respondere = antwoorden tenere = vasthouden timere = vrezen, bang zijn videre = zien aperire = openen audire = horen custodire = bewaken dormire = slapen invenire = vinden pervenire = bereiken, aankomen scire = weten sentire = voelen venire = komen cadere = vallen canere = zingen credere = geloven dicere = zeggen ducere = leiden, voeren gerere = dragen legere = verzamelen, lezen ponere = zetten vincere = overwinnen vivere = leven cupere = begeren facere = doen, maken fugere = vluchten iacere = werpen parere = voortbrengen quatere = schokken rapere = snel wegnemen, roven causa = oorzaak dea = godin littera = letter natura = natuur rosa = roos terra = land, aarde vita = leven animus = ziel, geest, moed annus = jaar dominus = heer, meester deus = god oculus = oog servus = slaaf filius = zoon gladius = zwaard locus = plaats modus = maat, wijze populus = volk Romanus = Romein bellum = oorlog consilium = besluit, plan, raad factum = feit, daad gaudium = vreugde iudicium = oordeel verbum = (werk)woord necare = dood volare = vliegen vulnerare = verwonden manere = blijven bibere = drinken mittere = zenden regere = heersen over, regeren carpere = plukken agricola = boer amica = vriendin epistula = brief fēmina = vrouw ira = toorn, woede luna = maan nauta = zeeman, schipper pecunia = geld sagitta = pijl amicus = vriend gladius = zwaard caelum = hemel