⦾ alles laten zien ⦿ alles verbergen ⇄ omdraaien ⤨ herhaal moeilijk ⤨ shuffle

Overhoren - Hoofdstuk 2 - Hoofdstuk 2.0 - aso

Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op . Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met of . Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.

Nederlands Latijn
de muur = ... ?
de zorg = ... ?
de rug = ... ?
de voornaamste; de keizer = ... ?
aanspreken; noemen = ... ?
(onder)vragen = ... ?
binnengaan = ... ?
versieren; in orde brengen = ... ?
moeten; verschuldigd zijn (lk ben jou veel geld verschuldigd) = ... ?
zegt hij, zij = ... ?
opnieuw = ... ?
zo = ... ?
maar = ... ?
(wordt niet vertaald) = ... ?
afwezig zijn; verwijderd zijn = ... ?
aanwezig zijn; helpen = ... ?
overblijven = ... ?
kunnen = ... ?
warm = ... ?
zeker = ... ?
waardig; passend = ... ?
vermoeid = ... ?
koud; koel = ... ?
Grieks = ... ?
dankbaar; aangenaam = ... ?
aangenaam = ... ?
rechtvaardig = ... ?
gezond = ... ?
lijden; betreuren = ... ?
het jaar = ... ?
de tuin = ... ?
de stier = ... ?
het eiland = ... ?
het paleis = ... ?
de hemel = ... ?
het wonder; het monster = ... ?
het gevaar = ... ?
de mens = ... ?
de koning = ... ?
de stad = ... ?
opwachten; verwachten = ... ?
wonen = ... ?
klaarmaken; verwerven = ... ?
eisen = ... ?
bewaren; redden = ... ?
roepen; noemen = ... ?
blijven = ... ?
bezitten; beheersen = ... ?
(uit)lachen = ... ?
vinden; te weten komen = ... ?
weten = ... ?
niet weten = ... ?
niemand = ... ?
niets = ... ?
zeer; het meest = ... ?
als = ... ?
kijk! = ... ?
het haar = ... ?
de poort = ... ?
de provincie = ... ?
de aarde; het land = ... ?
de bron = ... ?
de voet (als lengtemaat: 30 cm) = ... ?
waken = ... ?
bang maken = ... ?
vrezen; bang zijn = ... ?
eerst; voor het eerst = ... ?
daarna = ... ?
ten slotte = ... ?
nooit = ... ?
(uit)eindelijk = ... ?
toen; wanneer = ... ?
alleen; eenzaam = ... ?
trots; prachtig = ... ?
ik = ... ?
jij = ... ?
hij, zij, het = ... ?
wij = ... ?
jullie = ... ?
zij = ... ?
meer = ... ?
zoveel; alleen maar = ... ?
toch wel? = ... ?
toch niet? = ... ?

Klaar!