⦾ alles laten zien ⦿ alles verbergen ⇄ omdraaien ⤨ herhaal moeilijk ⤨ shuffle

Overhoren - Hoofdstuk 1 - Hoofdstuk 1.0 - aso

Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op . Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met of . Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.

Nederlands Latijn
de vriend = ... ?
de god = ... ?
de meester = ... ?
het paard = ... ?
de zoon = ... ?
de slaaf = ... ?
het water = ... ?
het gezin (het personeel) = ... ?
de weg = ... ?
het monument (het aandenken) = ... ?
de tempel = ... ?
de wijn = ... ?
de vader = ... ?
de oude man = ... ?
de maagd (het meisje) = ... ?
de stem (het woord) = ... ?
de rivier = ... ?
de ster (het sterrenbeeld) = ... ?
fēminae = ... ?
de vrouw = ... ?
de hond = ... ?
de jongeman = ... ?
de handelaar = ... ?
de soldaat = ... ?
de senator = ... ?
de nacht = ... ?
het hoofd; het hoofdstuk = ... ?
(hij, zij, het, er) is = ... ?
(zij, er) zijn = ... ?
daar = ... ?
dikwijls = ... ?
of = ... ?
en; ook = ... ?
maar = ... ?
de grootvader = ... ?
de roos = ... ?
het geschenk = ... ?
de leider = ... ?
de moeder = ... ?
het lichaam = ... ?
al; dadelijk = ... ?
soms = ... ?
ook = ... ?
want = ... ?
de curia (het Romeinse senaatsgebouw) = ... ?
het verhaal; het toneelstuk = ... ?
de maan = ... ?
het forum (het Romeinse marktplein) = ... ?
de rechter = ... ?
de last = ... ?
de tijd; het moment = ... ?
niet = ... ?
altijd = ... ?
het standbeeld = ... ?
de ruiter; de ridder = ... ?
werken; lijden = ... ?
verschijnen; blijken = ... ?
slapen = ... ?
thuis = ... ?
ook; zelfs = ... ?
nog niet = ... ?
niet meer = ... ?
nu = ... ?
het theater = ... ?
de echtgenote = ... ?
(na)denken = ... ?
geven = ... ?
vertellen = ... ?
zich haasten = ... ?
vragen = ... ?
(be)kijken; op het oog hebben = ... ?
staan; blijven staan = ... ?
blij zijn = ... ?
hebben; beschouwen als = ... ?
antwoorden = ... ?
zitten = ... ?
zien = ... ?
openen; onthullen (Hij onthult het geheim.) = ... ?
komen = ... ?
zijn bestaan = ... ?
waarom? = ... ?
naar huis = ... ?
daarom = ... ?
intussen = ... ?
het geld = ... ?
het gebouw = ... ?
het schouwspel = ... ?
de grens; het einde; het doel = ... ?
de reis; de weg = ... ?
vrolijk = ... ?
breed; uitgestrekt = ... ?
lang = ... ?
groot; belangrijk = ... ?
beste; zeer goed = ... ?
bang = ... ?
roepen = ... ?
vinden; ontdekken = ... ?
op dat moment = ... ?
terwijl = ... ?
beminnen; houden van = ... ?
waarschuwen = ... ?
horen; luisteren naar = ... ?
hoog; diep = ... ?
prachtig = ... ?
veel = ... ?
nieuw = ... ?
Romeins = ... ?
plotseling = ... ?
oud = ... ?
slecht = ... ?
geheel = ... ?
omdat = ... ?
goed = ... ?
woedend = ... ?
dwaas = ... ?
ēēn, enig = ... ?
twee = ... ?
drie = ... ?
vier = ... ?
vijf = ... ?
zes = ... ?
zeven = ... ?
acht = ... ?
negen = ... ?
tien = ... ?
honderd = ... ?
duizend = ... ?
... duizend = ... ?

Klaar!