Hoofdstuk 8 Bloedsomloop
Bij methode Medische terminologie pathologie aangemaakt op 16-01-2021 door Delissen en inmiddels 450 keer bekeken.
Vragen
aneurysma = plaatselijke, pathologische verwijding van de wand van een arterie angina pectoris = pijn op de borst bij inspanning, veroorzaakt door zuurstofgebrek van de hartspier ten gevolge van een vernauwing van de arteria coronaria aritmie = verstoord hartritme arteriosclerose = slagaderverkalking astma cardiale = kortademigheid ten gevolge van decompensatio cordis atherosclerose = aderverkalking (liever slagaderverkalking) atriumfibrilleren = snel en ongecoördineerd samentrekken van de hartboezems bradycardie = lage hartfrequentie cardiomyopathie = ziekte van de hartspier claudicatio intermittens = etalagebenen, pijnlijke benen ten gevolge van afsluiting van arteriolen in de benen, waardoor de patiënt alleen korte afstanden kan lopen collaberen = flauwvallen collaps = flauwte, plotseling in elkaar zakken met tijdelijk bewustzijnsverlies coronaire sclerose = vernauwing van kransslagaders door atherosclerose cyanose = blauwachtige verkleuring van de huid en de slijmvliezen door onvoldoende zuurstof in het bloed decompensatio cordis = hartfalen, onvermogen van het hart tot een goede pompfunctie, met als gevolg stuwing voor het hart ductus arteriosus persistens = open ductus Botalli dyspneu = heftige kortademigheid embolie = het blijven steken van een embolus in een bloedvat. Meestal betreft het een stolsel dat elders van de vaatwand is losgeraakt endocarditis lenta = een ontsteking van het endocard, veroorzaakt door bacteriën ( meestal hemolytische streptokokken) fibrilleren = het erg snel en ongecoödineerd samentrekken van afzonderlijke spiervezels van het myocard gangreen = necrose in combinatie met een infectie hartblok = vertraging of onderbreking in het prikkelgeleidingssysteem van het hart hemorroïden = aambeien hypertensie = te hoge bloeddruk hypotensie = te lage bloeddruk infarct = afsterven van weefsel door een verminderde bloedtoevoer, waardoor een gebrek aan zuurstof ontstaat ischemie = geheel of gedeeltelijk verminderde bloedtoevoer, waardoor een gebrek aan zuurstof ontstaat klepinsufficiëntie = onvoldoende sluiting van een (hart)klep klepstenose = vernauwing van een (hart)klep longembolie = afsluiting van een bloedvat in de long door (meestal) een losgeschoten trombus longoedeem = ophoping van vocht in het longweefsel door verminderde hartfunctie, vocht achter de longen milieu interne = biochemische samenstelling van de weefselvloeistof myocardinfarct = hartaanval, bechadiging van de hartspier door ischemie myocardinfarct = hartaanval, bechadiging van de hartspier door ischemie myocarditis = ontsteking van de hartspier myocarditis = ontsteking van de hartspier necrose = versterf van weefsel necrose = versterf van weefsel nycturie = frequente nachtelijke urinelozing nycturie = frequente nachtelijke urinelozing oedeem = overmatige ophoping van vocht in de intercellulaire ruimte oedeem = overmatige ophoping van vocht in de intercellulaire ruimte open ductus Botalli = na de geboorte open gebleven verbinding tussen aorta en arteria pulmonalis open ductus Botalli = na de geboorte open gebleven verbinding tussen aorta en arteria pulmonalis palpitaties = hartkloppingen palpitaties = hartkloppingen pericarditis = ontsteking van het hartzakje pericarditis = ontsteking van het hartzakje plaque = korstachtige beschadiging van de binnenwand van de arterie plaque = korstachtige beschadiging van de binnenwand van de arterie septumdefect = opening in het tussenschot van het hart (afrium of ventrikelseptum defect, ASD resp VSD septumdefect = opening in het tussenschot van het hart (afrium of ventrikelseptum defect, ASD resp VSD shock = toestand waarbij een tekort is aan circulerend bloedvolume shock = toestand waarbij een tekort is aan circulerend bloedvolume souffle = hartgeruis souffle = hartgeruis stent = zelf expanderend, metalen veertje dat wordt geplaatst in een bloedvat stent = zelf expanderend, metalen veertje dat wordt geplaatst in een bloedvat tachycardie = snelle hartwerking tachycardie = snelle hartwerking tromboflebitis = afsluiting van een ader door een trombus, met ontsteking van de vaatwand en de omgeving tromboflebitis = afsluiting van een ader door een trombus, met ontsteking van de vaatwand en de omgeving trombose = vorming van een bloedstolsel in vene, arterie of hart trombose = vorming van een bloedstolsel in vene, arterie of hart trombus = bloedstolsel trombus = bloedstolsel ulcus cruris = (letterlijk: zweer van het been) open been ulcus cruris = (letterlijk: zweer van het been) open been varices = spataders varices = spataders ventriculaire extrasystole = VES, voortijdige samentrekking van de hartkamers ventriculaire extrasystole = VES, voortijdige samentrekking van de hartkamers ziekte van Buerger = tromboangilitis obliterans, chronische ontsteking van bloedvaten in vooral de benen ziekte van Buerger = tromboangilitis obliterans, chronische ontsteking van bloedvaten in vooral de benen ziekte van Raynaud = spastische vernauwing van de perifere arteriolen in vooral de handen ziekte van Raynaud = spastische vernauwing van de perifere arteriolen in vooral de handen