De huid hoofdstuk 9

Bij methode Anatomie en fysiologie aangemaakt op 15-02-2021 door Delissen en inmiddels 381 keer bekeken.

Vragen

corium = lederhuid
dermis = lederhuid
cutis = huid
epidermis = opperhuid
exocrien = afscheidend via een afvoerbuis
lichaampjes van Meissner = zenuwuiteinden in de lederhuid die sensorische prikkels opnemen en doorsturen
matrix = moederlaag, onderste laag van opperhuid waarin celdeling plaatsvindt
onyx = nagel
pigment = kleurstofkorrels die de huid een tint geven
subcutis = onderhuids bindweefsel
unguis = nagel
acne vulgaris = vetpuistje
atheroomcyste = cyste gevuld met talg
comedo = mee-eter
couperose = zichtbare toename van de kleine bloedvaatjes in de huid van het gelaat
dermatitis = ontsteking van de huid
dermatomycose = oppervlakkige schimmelinfectie van de huid
eczeem = acute of chronische, steriele ontstekingsreactie van de huid
erysipelas = wondroos of belroos, besmettelijke huidziekte
erythema = egaal rode huiduitslag
exantheem = vlekkerige rode huiduitslag bij besmettelijke kinderziekten
fibroom = goedaardig, klein en zacht, onderhuids bindweefselgezwel
farunkel = steenpuist
hemangioom = goedaardig gezwel van bloedvaten
herpes = huiduitslag, bestaande uit kleine, met vocht gevulde blaasjes
herpes labialis = koortslip
herpes zoster = gordelroos
herpes zoster = gordelroos
impetigo = krentenbaard, bacteriële huidinfectie met blaasjes gevuld met pus
impetigo = krentenbaard, bacteriële huidinfectie met blaasjes gevuld met pus
intertrigo = smetplek, smetten
intertrigo = smetplek, smetten
karbunkel = negenoog
karbunkel = negenoog
lipoom = vetbult
lipoom = vetbult
maceratie = verweking van de huid door (langdurige) inwerking van vocht
maceratie = verweking van de huid door (langdurige) inwerking van vocht
macula = rode vlek van de huid
macula = rode vlek van de huid
maligne melanoom = kwaadaardig uitgegroeide moedervlek
naevus pigmentosus = moedevlek, plaatselijke afwijking van het huidpigment
naevus vinosus = wijnvlek
onychomycose = schimmelnagel
papel = huidknobbeltje
papilloom = wratachtige uutgroeisel in de huid
paronychia = omloop, ontsteking van de nagelriem
poliep = gesteeld uitgroeisel
postherpetische neuralgie = zenuwpijn, die ontstaat bij of na herpes zoster
psoriasis = huidziekte, gekenmerkt door rode, ronde, licht verheven, met schilfers bedekte plekken, die soms veel jeuk veroorzaken
pustula = puistje
rosacea = chronische aandoening van de huid, vooral gekenmerkt door een opvallend felrode verkleuring van wangen en neus
striae = huidstriemen
tinea corporis = ringworm
tinea pedis = zwemmerseczeem, voetschimmel
urticaria = netelroos, een allergische huidreactie die zich als galbulten, blaasjes op de huid, die veel jeuk veroorzaken
verruca vulgaris = wrat