Overhoren - Cellen -
Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op ⦾. Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met ✓ of ✗. Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.
Vraag | Antwoord | ||
---|---|---|---|
celkern | = | ... | ⦾ ? |
gedeeltelijk doorlaatbaar | = | ... | ⦾ ? |
zijn onderdelen met een specifieke functie | = | ... | ⦾ ? |
verzorgen de energie voor de celstofwisseling | = | ... | ⦾ ? |
hierin vindt de omzetting van eiwit plaats | = | ... | ⦾ ? |
het centraal lichaam, speelt een belangrijke rol bij de kerndeling | = | ... | ⦾ ? |
zijn holten in het cytoplasma waarin zich vocht bevindt met daarin opgeloste suikers en zouten | = | ... | ⦾ ? |
bezitten de erfelijke eigenschappen die ieder mens uniek maken | = | ... | ⦾ ? |
reguleert de werking van de andere celbestanddelen | = | ... | ⦾ ? |
rode bloedcellen | = | ... | ⦾ ? |
bloedplaatjes | = | ... | ⦾ ? |
deze normale celdeling, waarbij elke nieuwe cel hetzelfde aantal chromosomen heeft als de oorspronkelijke cel | = | ... | ⦾ ? |
reductiedeling vindt alleen plaats in de vrouwelijke eicel en in de mannelijke eicel | = | ... | ⦾ ? |
vrouwelijke eicel | = | ... | ⦾ ? |
mannelijke zaadcel | = | ... | ⦾ ? |
de mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen smelten bij bevruchting samen | = | ... | ⦾ ? |
uit de bevruchting komt een nieuwe cel voort met het complete aantal chromosomen, de ene helft van de moeder en de andere helft van de vader | = | ... | ⦾ ? |
het weefsel dat de binnenzijde van de bloedvaten en het hart bekleedt | = | ... | ⦾ ? |
een groot aantal kliercellen vormt samen een klier | = | ... | ⦾ ? |
zijn klieren die hun product buiten het lichaam uitstoten, zoals zweetklieren en klieren die darmsappen produceren | = | ... | ⦾ ? |
klieren met een afvoerbuis | = | ... | ⦾ ? |
zijn klieren die hun product rechtstreeks in het lichaam afscheiden, waar het via de bloedbaan wordt verspreid | = | ... | ⦾ ? |
de klieren die hormonen produceren, ze hebben geen afvoerbuis | = | ... | ⦾ ? |
de klieren die hormonen produceren, ze hebben geen afvoerbuis | = | ... | ⦾ ? |
de afscheiding van nuttige stoffen voor het lichaam. Deze stoffen blijven dus in het lichaam | = | ... | ⦾ ? |
de uitscheiding van een onnuttige of schadelijke stof. Deze stoffen worden uit het lichaam verwijderd, bijvoorbeeld urine | = | ... | ⦾ ? |
weefselvocht. Tussen de bindweefselcellen in ligt een tussencelstof, die vooral uit water en eiwit bestaat. | = | ... | ⦾ ? |
beenvlies | = | ... | ⦾ ? |
kraakbeenvlies | = | ... | ⦾ ? |
zenuwcellen | = | ... | ⦾ ? |
een korte, sterk vertakte uitlopes (zenuwcel) ze geven een zenuwprikkel door aan het cellichaam | = | ... | ⦾ ? |
lange uitloper van zenuw(cel) | = | ... | ⦾ ? |
lange uitloper van zenuw(cel) | = | ... | ⦾ ? |
om de neuriet ligt een beschermende mergschede, die voor osolatie en voeding zorgt | = | ... | ⦾ ? |
die de prikkel van de hersenen naar de plaats leiden waar spieren actie moeten ondernemen | = | ... | ⦾ ? |
die een zenuwprikkel vanuit de zintuigen naar de hersenen leiden | = | ... | ⦾ ? |
die zich in het centrale zenuwstelsel bevinden en de verschillende zenuwcellen met elkaar verbinden | = | ... | ⦾ ? |
de plaats waar deze schakeling tussen 2 cellen zich voltrekt (chemische reactie) | = | ... | ⦾ ? |
orgaanstelsel. Alle organen gezamenlijk een taak vervullen. Een tractus is dus een systeem van fysiologisch bij elkaar horende organen | = | ... | ⦾ ? |