Hoofdstuk 26 - Interne geneeskunde

Bij methode medische terminologie aangemaakt op 29-03-2023 door Isisswiftie en inmiddels 116 keer bekeken.

Vragen

angina pectoris = pijn op borst bij inspanning
anticoagulantia = medicijnen die bloedstolling remmen
astma bronchiale = ziekte waarbij bronchiën vernauwen
atherosclerose = aderverkalking
bronchitis = ontsteking van de luchtwegen
bronchuscarcinoom = gezwel in de wand van luchtwegen in de longen
cara = chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen
cholelithiasis = aanwezigheid galstenen
cholecystectomie = verwijdering van de galblaas
colitis ulcerosa = ontsteking van de dikke darm die gepaard gaat met zweervorming
copd = chronic obstructive pulmonary disease
doppleronderzoek = onderzoek waarbij snelheid van de bloedstroom gemeten wordt.
emfyseem = blijvende uitzetting van de long door verminderde elasticiteit
endocrinoloog = specialist voor hormoonziekten
ERCP = endoscopische retrograde cholangiopanreaticografie
fibrilleren = ongecoördineerde hartactiviteit
gastro-enteroloog = specialist voor maag-darmziekten
glomerulonefritis = ontsteking van nierlichaampjes
GTT = glucose-intolerantietest
hemofilie = bloedziekte
hyperglykemie = te weinig glucose, te veel insuline
hypoglykemie = te veel glucose, te weinig insuline
hypoxie = tekort aan zuurstof
infarct = afsterven van weefsel door zuurstoftekort
insuline = hormoon dat suikerhuishouding regelt
ischemie = tekort aan bloedtoevoer
isotopen = radioactieve stoffen die worden gebruikt bij scintigrafie
longembolie = verstoring van de bloedsomloop in de longen
oncologie = kanker
perfusie = doorstroming
perfusiescintigrafie = onderzoek waarbij doorbloeding van de hartspier wordt gemeten met radioactieve stoffen
pneumonie = longontsteking
PTC = percutaan transhepatisch cholangiogram
pyelonefritis = nierbekkenontsteking
sigmoïd = karteldarm
ulcus = zweer
ulcus pepticum = maagzweer