Hoofdstuk 26 - Interne geneeskunde
Bij methode medische terminologie aangemaakt op 29-03-2023 door Isisswiftie en inmiddels 195 keer bekeken.
Vragen
angina pectoris = pijn op borst bij inspanning anticoagulantia = medicijnen die bloedstolling remmen astma bronchiale = ziekte waarbij bronchiën vernauwen atherosclerose = aderverkalking bronchitis = ontsteking van de luchtwegen bronchuscarcinoom = gezwel in de wand van luchtwegen in de longen cara = chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen cholelithiasis = aanwezigheid galstenen cholecystectomie = verwijdering van de galblaas colitis ulcerosa = ontsteking van de dikke darm die gepaard gaat met zweervorming copd = chronic obstructive pulmonary disease doppleronderzoek = onderzoek waarbij snelheid van de bloedstroom gemeten wordt. emfyseem = blijvende uitzetting van de long door verminderde elasticiteit endocrinoloog = specialist voor hormoonziekten ERCP = endoscopische retrograde cholangiopanreaticografie fibrilleren = ongecoördineerde hartactiviteit gastro-enteroloog = specialist voor maag-darmziekten glomerulonefritis = ontsteking van nierlichaampjes GTT = glucose-intolerantietest hemofilie = bloedziekte hyperglykemie = te weinig glucose, te veel insuline hypoglykemie = te veel glucose, te weinig insuline hypoxie = tekort aan zuurstof infarct = afsterven van weefsel door zuurstoftekort insuline = hormoon dat suikerhuishouding regelt ischemie = tekort aan bloedtoevoer isotopen = radioactieve stoffen die worden gebruikt bij scintigrafie longembolie = verstoring van de bloedsomloop in de longen oncologie = kanker perfusie = doorstroming perfusiescintigrafie = onderzoek waarbij doorbloeding van de hartspier wordt gemeten met radioactieve stoffen pneumonie = longontsteking PTC = percutaan transhepatisch cholangiogram pyelonefritis = nierbekkenontsteking sigmoïd = karteldarm ulcus = zweer ulcus pepticum = maagzweer