Hoofdstuk 23 - Aandoeningen
Bij methode medische terminologie aangemaakt op 29-03-2023 door Isisswiftie en inmiddels 185 keer bekeken.
Vragen
allopathie = geneeswijze waarbij ziekte wordt behandeld met andere stoffen die ziekteverschijnselen veroorzaken anabool = weefselopbouwend artrose = slijtage van gewrichtskraakbeen atrofie = slinken van weefsels of organen benigne = goedaardig carcinoom = kwaadaardig van epitheel cystic fibrose = taaislijmziekte deficientie = tekort degeneratieve proces = proces van achteruitgang diagnosticeren = vaststellen van aard van aandoening e.c.i = e causa ignote, onbekende oorzaak etiologie = waardoor ziekte ontstaat hyperplasie = toename aantal spiercellen hypertrofie = toename grootte van cellen lipoom = goedaardig gezwel van vetcel liposarcoom = kwaadaardig gezwel van vetcel maligne = kwaadaardig mammacarcinoom = kwaadaardig gezwel van borst metatase = uitzaaien multicausaal = meerdere oorzaken myoom = goedaardig gezwel van spiercel osteoom = goedaardig gezwel van botcel pathogeen = ziekmakend pathogenese = wijze waarop ziekte ontstaat pathologie = ziekteleer sarcoom = kwaardaardig gezwel van bindweefselcel