Hoofdstuk 20 - Zenuwstelsel en zintuigen

Bij methode medische terminologie aangemaakt op 29-03-2023 door Isisswiftie en inmiddels 193 keer bekeken.

Vragen

accomodatie = boller of platter worden van ooglens
afferent = aanvoerend
axon = uitloper van cel die informatie vanuit kern naar andere cellen afvoert
centrum = regelgebied van hersenstam
cerebellum = kleine hersenen
cerebrum = grote hersenen
cervicale segmenten = halssegmenten
conjuctiva = oogbindvlies
cornea = hoornvlies
dendriet = uitloper van cel die informatie naar kern aanvoert
diencefalon = tussenhersenen
dura mater = harde hersenvlies
efferent = afvoerend
fasische zintuigen = nemen veranderingen in druk waar
hemisferen = hersenhelften
hersenbalk = verbindt de hersenhelften
hersenschors = buitenste laag grote hersenen
hypofyse = klier in tussenhersenen die rol speelt bij hormoonhuishouding
hypothalamus = onderdeel tussenhersenen
liquor cerebrospinalis = vocht tussen hersenvliezen
lobus frontalis = voorhoofdslob, is voor horen en spreken
lobus occipitalis = achterhoofdslob, voor zien
lobus parietalis = wandlob, voor zintuigelijke informatie en ruimtelijk denken
lobus temporalis = slaaplob, voor reukcentrum
lumbale segmenten = lendessegmenten
macula = gele vlek
mening = hersenvlies
myeline = vettige stof die axon omhult
nervus facialis = zenuw die alle spieren van gezicht verzorgt
nervus opticus = zenuw die netvlies verzorgt
nervus vagus = zenuw die informatie over organen naar czs verzorgt
neuromusculaire overgang = overgang tussen zenuw en spier
orbita = oogkas
neurotransmitter = stof die in synapsen zenuwimpulsen overdraagt
pia mater = zachte hersenvlies
presbyopie = ouderdomsverziendheid
sacrale segmenten = heiligbeensegmenten
sclera = harde oogrok
synaps = plek waar zenuwcellen contact maken
thalamus = geeft sensorische informatie van ruggenmerg en hersenstam door aan grote hersenen
thoracale segmenten = borstsegmenten