Hoofdstuk 19 - Hart, vaten en ademhaling
Bij methode medische terminologie aangemaakt op 29-03-2023 door Isisswiftie en inmiddels 201 keer bekeken.
Vragen
alveoli = longblaasjes antigeen = molecuul dat reactie van afweersysteem opwekt aorta = grote lichaamsslagader aortaklep = klep tussen linkerventrikel en aorta arteria coronaria = kransslagaders arteria pulmonalis = longslagader arteria umbilicalis = navelstrengslagader arterien = slagaders AV-knoop = leidt impulsen van sinusknoop door hartkamers via bundel van His bifurcatie = vertakt trachea in rechter en linkerhelft van hoofdbronchus bloedplasma = vloeibare deel bloed bronchi = luchtpijpvertakking bronchilia = kleine vertakking van hoofdbronchi buis van Eustachius = verbinding tussen middenoor en neusholte bundel van His = verbinding tussen AV-knoop en hartkamers capillairen = haarvaten cavum nasi = neusholte cavum oris = mondholte cilia = haartjes in trachea coagulatie = bloedstolling conchae nasales = neusschelpen diastolische bloeddruk = onderwaarde van bloeddruk diffusie = beweging van stoffen van plek met hoge naar plek met lage concentratie endocard = binnenbekleding van hart epicard = vlies dat hartspierweefsel omgeeft farynx = keelholte glandula parotis = oorspeekselklier hemoglobine = ijzerhoudend eiwit HG = kwik hoofdbronchus = longpijp hypofarynx = onderste gedeelte van farynx, vervoert hormonen tussen hersenen en hypofyse isthmus faucium = voorste en achterste gehemeltebogen en huig lymfe = kleurloze vloeistof die door lymfestelsel vloeit masseterspieren = wangspieren mitralisklep = klep tussen linkeratrium en linkerventrikel mucosa = slijmvlies myocard = hartspier nasofarynx = bovenste deel van farynx osofarynx = middelste deel van farynx osmose = proces waarbij water door diffusie cellen binnengaat en verlaat pleura parietalis = longvlies dat aan binnenkant van borstwand vastzit pleura visceralis = longvlies dat aan long vastzit pulmonalisklep = hartklep tussen rechterventrikel en longslagader resusfactor = aanduiding bij bloedgroepen semipermeabel = half doorlaatbaar septum coris = tussenschot dat hart verdeelt sinus ethmoidalis = zeefbeenholte' sinus frontalis = voorhoofdsholte sinus maxillarus = kaakholte sinus sphenoidalis = wiggenbeenholte sinusknoop = knoop in rechteratrium die impulsen geeft waardoor hartritme wordt bepaald systolische bloeddruk = bovenwaarde van bloeddruk trachea = luchtpijp tricuspidalisklep = hartklep tussen rechteratrium en rechterventrikel vena = ader vena cava = holle ader vena porta hepatis = poortader van maagdarmkanaal naar lever vena pulmonalis = longader weefselvloeistof = voedingsvocht uit bloed