Hoofdstuk 5 - l'ecole toute une vie?

Bij methode grandes lignes aangemaakt op 10-06-2022 door morgblob en inmiddels 325 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: vwo

Vragen

l'enseignement secondaire = het voortgezet onderwijs
le sondage = de enquête
préoccupant = zorgwekkend
particulièrement = in het bijzonder
ça m'arrange = dat komt me goed uit
mondial = wereld-
pas grand-chose = niet veel
vu que = gezien het feit dat
sévère = streng
avoir l'impression que = de indruk hebben dat
par rapport à = ten opzichte van
derrière = achter, na
se prendre la tête = zich druk maken
quitter = verlaten
sauter = overslaan
mettre en œuvre = in het werk stellen
garder = houden, bewaren
avouer = bekennen
faciliter = gemakkelijk maken
être composé de = bestaan uit
la scolarité = de schooltijd
tout juste = net, nauwelijks
majoritairement = voornamelijk
réviser = leren, herhalen
confiant = met vertrouwen
souhaiter = wensen
de tijden = les horaires
uitleggen = Expliquer
moeite hebben met = avoir du mal avec
een opstel = une rédaction
slecht = Mauvais
onwijs = vachement
in plaats van = au lieu de
in de vierde (vwo) = en seconde
in de voor-examenklas = en première
in de examenklas = en terminale
eindexamen doen = passer le / son bac
het profiel = la filière
het keuzevak = l'option
zich vervelen = s'ennuyer
een klas overslaan = sauter une classe
het is lang geleden = ça fait longtemps
toch = pourtant
soms = parfois
snel = vite
langzaam = lent
la rentrée = de 1e schooldag
l'ordi portable = de laptop
les habits = de kleding
la soirée de clôture = de slotavond
grave = ernstig
ne ... personne = niemand
redoubler = blijven zitten
faire peur = bang maken
avoir le droit de = het recht hebben om
se rendre compte = zich realiseren
en dehors de = buiten, naast
en avance = veel te vroeg
plein de = vol met
l'endroit = De plek
ça s'est bien passé = het is goed gegaan
l'immeuble = het flatgebouw
le panier = de mand
le baby-foot = het tafelvoetbal
rejoindre = zich voegen bij
poursuivre = achtervolgen
certain(e)s = sommige
discuter = praten
approcher = dichterbij komen
avoir de la chance = geluk hebben
ça marche = het / dat werkt
du coup = dus
avant de = alvorens
lorsque = wanneer, terwijl
en plus = bovendien
de pauze = la récré
het tussenuur = l'heure creuse
de schoolreis = le voyage scolaire
de buitenschoolse activiteit = l'activité extrascolaire
op excursie gaan = partir en excursion
de kantine = la cantine
het klaslokaal = la salle (de classe)
kletsen = papoter
lachen = rigoler
naar buiten gaan = sortir
de vrijheid = la liberté
het schoolplein = la cour de récré
de mediatheek = le CDI
het gebouw = le bâtiment
de boom = l'arbre m
het bankje = le banc
in de zon = au soleil
gaan zitten = s'asseoir
lol hebben = s'amuser
lunchen = déjeuner
weer aan het werk gaan = se remettre au travail
de ruimte = l'espace
Onze school organiseert veel ... = Notre école organise plein de ...
De sfeer op mijn school is ... = L'ambiance dans mon école est ...
Hoe ziet jouw schoolplein eruit? = Elle est comment ta cour de récré?
De leerlingen gaan erheen om te ... = Les élèves y vont pour ...
le cas = het geval
intello = intellectueel, slim
se souvenir de = zich herinneren
un(e) tel(le) = zo'n, dergelijke
bavarder = kletsen
s'habituer à = wennen aan
tout de suite = meteen
grâce à = dankzij
car = want
en fait = in feite
au contraire = integendeel
l'avenir m = de toekomst
le cerveau = de hersens
le téléchargement = het downloaden
l'enseignement m = het onderwijs
instruire = onderwijzen
susciter l'intérêt m = de interesse opwekken
résoudre = oplossen
rassurant = geruststellend
fournir un effort m = inspanning leveren
avancer = beweren
tout de même = toch
détecter = waarnemen
précieux = waardevol
cependant = echter
supplémentaire = aanvullend
de vaardigheid = la compétence
de toets = le contrôle
het gemiddelde = la moyenne
het rapport = le bulletin
het cijfer = la note
de beoordeling = l'évaluation v
daarentegen = par contre
bovendien = en plus
kortom = bref
het belang = l'intérêt m
rechtvaardig = juste
verbeteren = améliorer
vervangen = remplacer
in de toekomst = à l'avenir m
het schoolboek = le manuel scolaire
de game = le jeu vidéo
Het scherm = l'écran m
de chip = la puce
downloaden = télécharger
verdwijnen = disparaître
De tablet = La tablette
het digibord = le tableau interactif
aanpassen aan = adapter à
de virtuele les = la leçon virtuelle
Voor wat betreft ..., ben ik van mening dat ... = En ce qui concerne ..., je suis d'avis que ...
Het lijkt me dat ... = Il me semble que ...