Hoofdstuk 3 - Hoofdstuk 3 woorden

Bij methode New Interface aangemaakt op 04-09-2023 door dex en inmiddels 178 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: vwo

Vragen

to heal = genezen
to wipe = (uit)wissen
blaze = felle brand
to collapse = in elkaar zakken
to rescue = redden
dressings = verband
delicate = kwetsbaar
to put on weight = aankomen (gewicht)
saline = zout(e)
gradual = geleidelijk
by contrast = in vergelijking
damaged = beschadigd
disabled toilet = invaliden-wc
to discover = ontdekken
to get in touch = contact opnemen
including = waaronder
pleased = blij
to raise the alarm = alarm slaan
unconscious = bewusteloos
to weep = vocht afscheiden
to exercise = sporten
to embrace = zich toeleggen op
scale = omvang
to represent = uitkomen voor
retired = in ruste
to reverse = terugdraaien
physical = lichamelijk
spokesman = woordvoerder
attitude = houding
to combat = strijden tegen
obesity = ernstig overgewicht
to increase = toenemen
paediatrician = kinderarts
nutrition = voeding
intake = opname
participation = deelname
competition = wedstrijd
concussion = hersenschudding
kerb = stoeprand
determination = vastberadenheid
discipline = discipline
injury = blessure
pressure = druk
quarter pipe = quarterpipe
ramp = ramp
regulation = voorschrift
impressive = indrukwekkend
proper = juist, zoals het hoort
interested = geïnteresseerd
happy = blij
regular = regelmatig
succesful = succesvol
original = origineel
likely = waarschijnlijk
popular = populair
honest = eerlijk
bowels = krochten (diep onder de aarde)
approach = benadering
smoothly = soepel
various = verschillende
equipment = apparatuur
recognition = herkenning
analogy = vergelijking
vehicle = voertuig
edge = rand
to measure = meten
to adjust = aanpassen
useful = nuttig
available = beschikbaar
maintained = onderhouden
booking = boeking
negotiable = bespreekbaar
room = zaal
to seat = ruimte bieden aan
venue = locatie
spacious = ruim
optional = naar keuze
facility = voorziening
full board = volpension (overnachting plus maaltijden)
refreshment = versnapering (een hapje en drankje)
ample = meer dan genoeg
adjacent = naastgelegen
adjoining = aangrenzend
... included = inclusief ...
stage = podium
caretaker = conciërge
floor area = vloeroppervlakte
plain = sober
luxurious = luxe
parking space = parkeergelegenheid
hire fee = huur
... not included = exclusief
capacity = capaciteit
layout = indeling
decoration = versiering
accessibility = bereikbaarheid
transport = vervoer
public transport = openbaar vervoer
atmosphere = sfeer
to hire = huren (personeel)
props = rekwisieten
to decorate = versieren
dress code = kledingvoorschrift
fancy dress party = verkleedfeest
to dress up = verkleden
to organize = organiseren
to invite = uitnodigen
non-alcoholic = alcoholvrij
soft drink = frisdrank
black tie = galakleding
food and drinks = hapjes en drankjes
beach party = strandfeest
live show = live-optreden
entertainment = vermaak
to rent = huren (kostuums, zaal)
to book = reserveren
to order = bestellen
to offer = aanbieden
payslip = loonstrookje
fraudster = fraudeur
mortgage = hypotheek
hard-earned = zuurverdiend
bank statements = bankafschriften
prime = eersteklas
building society = hypotheekbank
utility bills = gas-, water-, en elektrarekeningen
to cancel = blokkeren
Maiden name = meisjesnaam
direct debit = automatische overschrijving
overdraft = kredietlimiet
unattended = onbeheerd
inconvenience = ongemak
violated = aangerand
to rifle through = doorzoeken
to affect = invloed hebben op
bailiff company = incassobureau
to owe = verschuldigd zijn
travel agency = reisbureau
airline = vliegmaatschappij
holiday brochure = vakantiebrochure
leaflet = folder
package holiday = georganiseerde reis
holiday by air = vliegvakantie
coach = tourbus
private transportation = eigen vervoer
rental car = huurauto
campervan = camper
one-night stay = een overnachting
camping site = camping
bed and breakfast = logies met ontbijt
hotel = hotel
holiday resort = vakantieoord
sight = bezienswaardigheid
activity = activiteit
adventurous = avontuurlijk
all-inclusive = volledig verzorgd
dietary requirement = dieetwens
guide = gids
holiday rep = host(ess)
birthright = geboorterecht
place of pilgrimage = pelgrimsoord
ancient = oeroud
to attract = aantrekken
to conquer = overwinnen
scenery = landschap
to scramble = klauteren
sumit = bergtop
point of contention = twistpunt
local = plaatselijk
to recognise = erkennen
prohibited = verboden
senior = oudere
title deeds = eigendomsakte
to turn away = wegsturen
conspicuous = opvallend
to evoke = oproepen (beelden)
heartfelt = hartgrondig
fervently = fel
to lock out = buitensluiten
wildlife = dieren in het wild
landscape = landschap
to trample = vertrappen
to disturb = verstoren
to preserve = behouden
custom = gebruik
to litter = afval laten slingeren
enjoyment = plezier
inviolable = onaantastbaar
human = menselijk
according to = volgens
evolution = evolutie
claim = bewering
species = diersoort
to develop = ontwikkelen
mutation = mutatie
age = leeftijd
average = gemiddeld
to survive = overleven
scientist = wetenschap
to argue = redeneren
extinct = uitgestorven
to inherit = erven
to accelerate = versnellen
random = willekeurig
huge = enorm