Hoofdstuk 3 - Lesson 13 (compleet)
Bij methode New Interface deel 1 aangemaakt op 07-10-2022 door plivia en inmiddels 257 keer bekeken.
Leerjaar: 3
Niveau: havo/vwo
Vragen
Why don't you just give it to her? = Waarom geef je hem niet gewoon aan haar? You'd better just eat up. = Je kunt hem maar beter gewoon opeten. You can't come on a school field trip with nothing in your stomach. = Je kunt niet op excursie gaan met een lege maag. I can't take responsibility for you collapsing out here. = Ik neem de verantwoordelijkheid niet op me als je straks flauwvalt. I don't agree with fasting for charity. = Ik ben het niet eens met vasten voor een goed doel. There isn't a single shop in sight. = Er is geen winkel te zien. Not a snack bar for miles. = Er is geen snackbar the bekennen. I don't call that very touristy. = Ik kan dat niet erg toeristisch noemen. Notice how narrow the lanes are here. = Kijk eens hoe smal de weggetjes hier zijn. Is it that time already? = Is het al zo laat? I'm not having anything at all. = Ik neem helemaal niets. Aren't you starving? = Kom je niet om van de honger? What's this about? = Waar hebben jullie het over? Not today she's not. = Maar vandaag dus niet. Are you serious? = Meen je dat? Somebody give her a sandwich. = Laat iemand haar een boterham geven. That's all very well, but ... = Dat kan allemaal best, maar ... You're in my charge. = Ik ben verantwoordelijk voor je. narrow = smal lane = weggetje volume of traffic = verkeersaanbod to refer to = verwijzen naar particular = bijzondere valley = dal, vallei to exploit = exploiteren, gebruiken tourism = toerisme in sight = te zien snack bar = snackbar gate = hek have lunch / breakfast = lunchen / ontbijten pork pie = varkenspasteitje tuna pasty = tonijnpasteitje egg sandwich = broodje ei goodness = goeie genade a short while = eventjes litter = rommel, afval cucumber = komkommer orange juice = sinaasappelsap to pass out = flauwvallen responsibility = verantwoordelijkheid to collapse = instorten annual = jaarlijks event = gebeurtenis in my charge = onder mijn verantwoordelijkheid spare = extra, reserve accidentally = per ongeluk to make - made - made = maken to have - had - had = hebben, gebruiken to come - came - come = komen to feel - felt - felt = voelen to spend - spent - spent = besteden