Hoofdstuk 1 - 1,2,3 woorden

Bij methode New Interface aangemaakt op 14-03-2022 door robert en inmiddels 340 keer bekeken.
Leerjaar: 3 Niveau: havo/vwo

Vragen

to step out of = ergens uit stappen
wet = nat
to swim = zwemmen
pool = zwembad
to wake up = wakker maken
energetic = energiek, vol energie
exercise = lichaamsbeweging
break = pauze
unbelievable = ongelooflijk
sheet = laken
shock = schok
road accident = verkeersongeluk
far = veel
to hit = raken
awful = verschrikkelijk
crash = botsing
injured = gewond
to run into = tegenaan botsen
knock = stoten
damage = schade, letsel
mountain bike = mountainbike
hurt = gewond
repeat = herhalen
information = informatie
detail = detail
nightmare = nachtmerrie
to take place = plaatsvinden
to cycle = fietsen
off road = off road
bone = bot
conscious = bij bewustzijn
to live = leven
to die = sterven, doodgaan
refreshing = verfrissend
to dash = zich haasten
to tremble = beven
to skid = slippen
to head back = teruggaan
stretch of road = stuk weg
motorist = automobilist
accuse of = beschuldigen van
shock = laten schrikken
country road = landweg
return = teruggaan
pavement = stoep
cycle lane = fietspad
bend = bocht
oil = olie
drive = rijden
ditch = sloot
builder = bouwvakker
unhurt = ongedeerd
ambulance = ambulance
rush = snel brengen
accident and emergency unit = afdeling spoedeisende hulp
Royal = koninklijk
spokesperson = woordvoerder
break = breken
injury = verwonding
general = algemeen
ward = afdeling
serious = ernstig
pub = café
officer = politieagent
drunk = dronken
therefore = dus, daarom
illegal = illegaal
as = terwijl
condition = toestand
alcohol = alcohol
acceptable = acceptabel
improve = verbeteren
situation = situatie
infirmary = ziekenhuis
breath test = ademtest
doctor = dokter
floor = verdieping, etage
down = aan het eind van, verderop in
corridor = gang
smell(to) / smelt / smels = ruiken / rook(roken) / geroken
rub(to) = inwrijven
sterilizing stuff = ontsmettingsspul
nurse = verpleger, verpleegster
worried = bezorgd, ongerust
hug(to) = knuffelen
bruise = kneuzing
cast = gips(verband)
cartoon = cartoon, spotprent
Reading = iets om te lezen
mountain biking = mountainbiken
mags = tijdschriften
lucky one = geluksvogel
be into(to) / was, were / been = ergens mee bezig zijn / was(waren) / geweest
extreme sports = extreme sporten
crash = ongeluk
physiotherapy = fysiotherapie
operation = operatie
X-ray = röntgefoto
consultant = behandelend arts
optimistic = optimistisch
encouraging = bemoedigend
scary = eng
wheelchair = rolstoel
while(a...) = een poosje
mend(to) = herstellen
cheer up(to) = opbeuren, opvrolijken
packet = pakje
artistic = artistiek
genius = genie, genialiteit
yours truly = ondergetekende
toe = teen
germ = ziektekiem, bacil
be a write-off(to) = afgeschreven zijn