Hoofdstuk 3 - Woordjes 3,4,5,6,7,8,9

Bij methode New Interface aangemaakt op 22-09-2021 door hugo en inmiddels 272 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: havo

Vragen

solicitor = advocaat
File-sharing = het delen van bestanden
penalty = geldboete
crack down on = hard optreden tegen
swap = uitwisselen
track = nummer van een cd
offender = wetsovertreding
pursue = vervolgen
target = zich richten op
countless = talloos
livelihood = levensonderhoud
legitimate = door de wet toegestaan
track down = opsporen
witness = getuige
description = signalement
Possession of drugs = drugsbezit
Cooperate = meewerken
questioning = ondervraging
arson = brandstichting
convict = veroordelen
make a statement = een verklaring afleggen
robbery = beroving
Intruders = indringers
Squad car = patrouillewagen
violence = geweld
burglar = inbreker
charge = aanklagen
counselling = hulpverlening
Breaking and entering = inbraak
glimpse = glimp
intriguing = boeiend
incognito = incognito
narcotics = verdovende middelen
spark = doen beginnen
squad = brigade
illicit = illegaal
expenses = kosten
secure = geheim
Abilities = talenten
props = rekwisieten
fake = doen alsof
encounter = tegenkomen
purchase = kopen
secluded = stil en afgelegen
pressure = druk
deceive = misleiden
multiple = meerdere
investigation = onderzoek
indict = aanklagen
rewarding = bevredigend
bump into = tegen het lijf lopen
beneficial = nuttig
combat = bestrijden
Smacking = slaag
punishment = straf
Bruising = blauwe plekken
Graze = schaafwond
scratch = schram
Swelling = zwelling
be flawed = zwakke punten bevatten
injury = letsel
harm = schade
measure = maatregel
protection = bescherming
prosecute = strafrechtelijk vervolgen
discipline = leren gehoorzamen
mark = zichtbaar spoor
issue = kwestie
abuse = mishandeling
A no-no = taboe
nag = zeuren
bother = lastigvallen
ban = verbieden
altogether = helemaal
legal = juridisch
claim = beweren
Traumatized = getraumatiseerd
similar = gelijk
lawsuit = rechtzaak
damages = schadevergoeding
device = apparaat
eventually = uiteindelijk
largely = grotendeels
accuse = beschuldigen
monitor = intensief volgen
court = hof
deliberate = opzettelijk
willing = bereid
sue = een rechtzaak aanspannen tegen
succesful = met succes