1 t/m 6 conflict, education, culture, medical matters, politics, race relations
Bij methode Engels Examenidioom Voor 4/5 Havo en 4/5/6 VWO aangemaakt op 16-10-2021 door lotte en inmiddels 379 keer bekeken.
Leerjaar: 6
Niveau: vwo
Vragen
non-combatant = niet-meestrijdend to assassinate = vermoorden to discount = onderschatten withdrawel = terugtrekking draft = dienstplicht civil disobedience = burgerlijke ongehoorzaamheid to prosecute = gerechtelijk vervolgen vehement = hevig casualties = verliezen shell = granaat hideous = afschuwelijk slander = laster trench = loopgraaf to cease = gestaakt worden to interrogate = ondervragen to renounce = afstand doen van to contest = aanvechten disgrace = schande deployment = stationering abolition = afschaffing combat = strijd seasoned = ervaren Endeavour = inspanning imminent = dreigend urban = stedelijk precaution = voorzorgsmaatregel devastating = vernietigend gear = uitrusting necessity = noodzaak victim = slachtoffer reprisal = wraakoefening to take out on = afreageren op refuge = toevluchtsoord to testify = getuigen to assault = aanvallen hostile = vijandig deterrence = afschrikking commitment = verplichting reinforcements = versterkingen deplorable = betreurenswaardig missile = raket issue = kwestie resentful = verontwaardigd to acquiesce = zich neerleggen bij to expel = verdrijven indictment = aanklacht unilateral = eenzijdig to pursue = nastreven proliferation = verspreiding treachery = verraad to enforce = kracht bijzetten retaliation = vergelding to revenge = wreken to inflict = toebrengen negotiations = onderhandelingen curriculum = vakkenaanbod hurdle = struikelblok illiteracy = analfabetisme progress = vooruitgang to depend on = afhangen van opportunity = kans prejudiced = bevooroordeeld comprehensive schools = scholengemeenschap minority = minderheid voluntary = vrijwillig public school = kostschool partial = gedeeltelijk nursery = kleuter- to abstract = afleiden to stumble at = aanstoot nemen aan subscription = abonnement to dissuade from = weerhouden van nuisance = vervelend to scold = een standje geven tuition = onderwijs to turn out = blijken to substract = aftrekken to submit = inleveren insolent = onbeschoft to reprove = een uitbrander geven illegible = onleesbaar kindergarten = peuteropvang tutor = mentor remarkable = opmerkelijk truant = spijbelaar adolescent = puber benefit = voordeel infant = kleuter to achieve = bereiken fraction = breuk to attend = bijwonen survey = onderzoek arduous = moeizaam freak = fanaat O level = basis examenniveau persistent = volhardend to cane = afranselen corporal punishment = lijfstraffen to subject = onderwerpen Education Secretary = minister van onderwijs to exempt from = vrijstellen van to rear = opvoeden to resort to = toevlucht nemen tot To resolve = oplossen to encourage = aanmoedigen assessment = evaluatie to dismiss = ontslaan objective = doelstelling to jeopardize = in gevaar brengen teaching practice = stage exhausting = uitputtend issue = nummer joint = gezamenlijk to flourish = floreren disciple = volgeling assertion = bewering attainment = bekwaamheid intractable = lastig superfluous = overbodig graduate = afgestudeerde to display = vertonen linguistic = taalkundig to process = bewerken mediocre = middelmatig incentive = drijfveer stunned = verbijsterd appalling = ontzettend audiance = publiek detachment = onpartijdigheid vivid = levendig to reveal = openbaren trait = eigenschap to release = uitbrengen entertainment = vermaak stage = podium to rehearse = repeteren box-office = kassa (van theater) to turn up = komen opdagen to quote = citeren to commemorate = herdenken sculpture = beeldhouwwerk property = bezit heritage = erfgoed exhibition = tentoonstelling artefact = kunstvoorwerp busker = straatmuzikant artificial = kunstmatig phenomenon = verschijnsel lyric = tekst genuine = echt lingua franca = gemeenschappelijke taal inestimable = onschatbaar notion = idee, opvatting neologism = nieuw woord resourceful = vindingrijk cutback = bezuiniging to evoke = oproepen overwhelming = overweldigend mature = volgroeid hoard = schat decay = achteruitgang acquisition = aanwinst to excavate = opgraven preposterous = belachelijk obesity = zwaarlijvigheid to hamper = in de weg staan vein = ader vessel = (bloed)vat to vomit = braken ward = afdeling, zaal wretched = ellendig mentally retarded = Geestelijk gehandicapt suicide = zelfmoord meticulous = heel nauwkeurig surgeon = chirurg to extract = (uit)trekken strain = spanning premature = te vroeg geboren to recover = herstellen incurable = ongeneeslijk gross = grof sound = gezond National Health Service = Nationale Gezondheidszorg provisional = voorlopig to reconcile oneself to = zich neerleggen bij fee = honorarium to impair = schaden lingering = langdurig constitution = gestel queer = vreemd Lethal = dodelijk sévère = hevige agony = ondraaglijke pijn hazardous = gevaarlijk preoccupation = zorg to be immersed in = opgaan in assessment = inschatting prudent = voorzichtig blood-fat = cholesterol questionnaire = vragenlijst physical = algemeen medisch onderzoek to modify = wijzigen prime = bloei apprehensive = bezorgd surgery = spreekkamer to reveal = bekendmaken insufficient = onvoldoende to restrict = beperken to resign = ontslag nemen benevolent = welwillend To subject to = onderwerpen guinea pig = proefkonijn deficiency = gebrek clinical trial = klinische proef pregnant = zwanger judgement = oordeel anaemia = bloedarmoede anxiety = ongerustheid spinal cord = ruggenmerg to disclose = meedelen malpractice = medische fout file = dossier erreneous = foutief to encroach on = inbreuk maken op kidney = nier repellent = weerzinwekkend coronary heart disease = hartinfarct self-inflicted = zichzelf toegebracht credulous = lichtgelovig in-vitro fertilization = reageerbuisbevruchting hypertension = hoge bloeddruk cure = genezing amelioration = verbetering to disable = arbeidsongeschikt maken cult = rage regeneration = aangroei van nieuwe cellen mania = gril hypochondriac = zwaarmoedig persoon to covet = begeren homage = eer constitution = grondwet to dispatch = verzenden ballot = stem(biljet) revenue(s) = inkomsten implacable = onverzoenlijk polls = verkiezingen to be opposed to = (gekant) zijn tegen exile = ballingschap councillor = (gemeente)raadslid to comprise = tellen irrevocable = onherroepelijk Commons = Lagerhuis reciprocal = wederzijds resistance = weerstand delegate = afgevaardigde administration = regering to represent = vertegenwoordigen placard = spandoek policy = beleid grievance = grief dedicated = toegewijd to decree = gelasten General Assembly = Algemene Vergadering quota = evenredig (aan)deel civil service = ambtenaren to antagonize = tegen zich in het harnas jagen to resign = aftreden candour = eerlijkheid MP = parlementslid constituency = kiesdistrict surfeit = overvloed speaker = voorzitter van het Lagerhuis to implement = uitvoeren inconsistent with = strijdig met pursuit = streven obedience = gehoorzaamheid to abuse = uitschelden to cope with = iets aankunnen autocratic = alleenheersend era = jaartelling empire = rijk peripheral = ondergeschikt to reverse = corrigeren crusade = kruistocht judicious = voorzichtig to transmute = veranderen innate = aangeboren perfidy = trouweloosheid Contention = opvatting domestic = binnenlands conspiracy = samenzwering prominence = bekendheid equality = gelijkheid degree = niveau to constrain = inperken degrading = vernederend to enforce = opleggen inequity = onrechtvaardigheid resource = hulpmiddel to refrain from = zich onthouden van to interfere in = zich mengen in distinctive = apart deterrent = afschrikwekkend admonition = waarschuwing peer = gelijke strangulation = wurging riot = rel prejudice = vooroordeel alien = buitenlands salutary = heilzaam to precede = voorafgaan assumption = veronderstelling significant = belangrijk to insist on = eisen to be relegated = degraderen successive = opeenvolgend opponent = tegenstander to stress = onderstrepen credibility = geloofwaardigheid repulsive = weerzinwekkend detestable = walgelijk to collapse = instorten inevitable = onvermijdelijk to curtail = bezuinigen to abhor = verafschuwen tribe = stam colour bar = verbod voor kleurlingen to confine = beperken to permeate = doordringen woeful = jammerlijk gratuitious = onnodig to ratify = goedkeuren to relinquish = opgeven to indulge = toegeven aan presumption = veronderstelling to alienate = vervreemden te repudiate = verwerpen subsequent = opeenvolgend preservation = instandhouding disproportionally = onevenredig viable = uitvoerbaar to arouse = (op)wekken to convey = overbrengen blatant = schaamteloos superficial = oppervlakkig to emulate = evenaren to assimilate = zich aanpassen oppression = onderdrukking to denounce = beschuldigen vigilant = waakzaam impoverished = totaal verarmd to condone = goedpraten to segregate = scheiden naar ras to abrogate = afschaffen unremitting = onverminderd preponderance = meerderheid predominant = overheersend cursory = vluchtig intermittent = steeds terugkerend To resolve = besluiten transition = overgang to partition = verdelen current = actueel allocation = toekenning to torture = martelen device = kunstgreep to expose = blootstellen persuasive = overtuigend outset = begin utterly = totaal to be subject to = blootstaan aan realignment = hergroepering retrospective = terugblikkend oppressively = drukkend massacre = bloedbad indignation = verontwaardiging