13 t/m 22 op alfabetische volgorde

Bij methode Engels Examenidioom Voor 4/5 Havo en 4/5/6 VWO aangemaakt op 20-09-2021 door lauren en inmiddels 353 keer bekeken.
Leerjaar: 6 Niveau: vwo

Vragen

accessory = medeplichtige
adept = bedreven
A-level = vwo-niveau
allegedly = zogenaamd
alteration = verandering / wijziging
ambiguous = dubbelzinnig
amplification = toelichting
ancestors = voorouders
appropriate = geschikt
arbitrary = willekeurig
ardent = vurig / hevig
atrocity = wreedheid
awesome = afschuwwekkend / ontzagwekkend
awestruck = onder de indruk
bastion = bolwerk / bastion / vesting
Benign = welwillend / vriendelijk
bequest = legaat
betrayal = verraad
bias against = vooroordeel tegen
bias towards = voorkeur voor
bog = moeras
boom = periode van bloei
brevity = bondigheid / beknoptheid
buoyant = opwaarts stuwend / gunstig
burglary = inbraak
careers office = adviesbureau voor beroepskeuze
carnivorous = vleesetend
casualness = nonchalance / achteloosheid
caution = voorzichtigheid
character = persoon / figuur
chores = huishoudelijke karweitjes
civic virtue = burgerdeugd
claimant = eiser
clue = aanwijzing
cogent = dringen
coherent = samenhangend
commuter = forens
compelling = meeslepend
computation = berekening
confessor = biechtvader
confirmation = bevestiging
conservationist = milieubeschermer
consonant with = in overeenkomst met
contamination = besmetting
contemporary = tijdgenoot
contempt = minachting
contradictory = tegenstrijdig
convert = bekeerling
core = kern
craftsman = vakman
crammed with = vol met
craving = verlangen
craze = rage / manie
credentials = referenties
crooked = stiekem / oneerlijk
cub = welp
demise = uitsterven
denomination = kerk(genootschap) / gezindte
depletion = uitputting
deprivation = ontbering
detection = opsporing
deterioration = achteruitgang / verslechtering
diabolic = duivels / wreed
diary = dagboek
distinctive = kenmerkend
divine = goddelijk
drudgery = sleur
economical = zuinig
editor = redacteur
eloquence = welsprekendheid
empirical = empirisch / op ervaringsfeiten gebaseerd
enclosure = omheining
entity = eenheid
environment = omgeving
escapism = escapisme / vlucht uit de realiteit
evidence = getuigenis
expatriate = uitgeweken
extraction = winning
fallibility = feilbaarheid
famine = hongersnood
feasible = haalbaar
feature = kenmerk
fix = shot
flawed = aangetast / ontsierd / bevlekt
fraternity = broederschap
frenetic = verwoed / razend / woest
fringe benefits = extraatjes
gadgetry = snufjes / prullaria
gauche = onbeholpen / tactloos
gender = geslacht / sekse
generosity = edelmoedigheid / mildheid / gulheid
genial = hartelijk
hauteur = arrogantie / hoogmoed
hereditary = erfelijk
Heredity = erfelijkheid
heresy = ketterij
holocaust = holocaust / wereldbrand / algemene slachting
horrific = angstaanjagend
impeccable = onberispelijk / feilloos
imperative = verplichting
inarticulate = niet in woorden te vatten / onverwoordbaar
incredible = ongelooflijk (hoog)
indelible = onuitwisbaar
indignant = verontwaardigd
inexorable = niet te stuiten
inhabitant = inwoner
inheritance = erfenis
inimical = schadelijk / vijandig
innate = aangeboren
inquest = lijkschouwing
insistent = vasthoudend / volhardend
insoluble = onoplosbaar
irredeemable = onverbeterlijk / hopeloos
jarring = schokkend
latter = tweede / laatste
left hemisphere = linkerhelft
liability = verantwoordelijkheid
libel = smaad(schrift)
low-brow = niet-intellectueel
luminous = lichtgevend
mainframe computer = mainframe computer
male supremacy = overheersing door mannen
manual = handboek
maternity leave = zwangerschapsverlof
measure = maatregel
medieval = middeleeuws
melt-down = smelten
menace = bedreiging
merit = kwaliteit
misanthropic = mensenhatend
moisture = vocht
monastery = klooster
monk = monnik
mood swing = stemmingswisseling
Morbid = ziekelijk
notorious = berucht
novelist = romanschrijver
nutritious = voedzaam
obtrusive = opdringerig / opvallend
off the scale = niet voorkomend op de schaal
option = (keuze)mogelijkheid
original sin = erfzonde
ostentatious = pretentieus
paperback = pocket(boek)
Pathological = ziekte-
petty thief = kruimeldief
PhD = doctorsgraad
physician = arts / dokter
physics = natuurkunde
physiognomy = eigenschappen
pile = stapel
pitiful = bedroevend / zielig
pivot = kernpunt / spil
plant = fabriek
plight = benarde situatie
plot = intrige
plurality = meervoudigheid / meerdere soorten
polytechnic = HTS
precept = grondregel
predator = roofvogel
predecessor = voorganger
predictable = voorspelbaar
preface = voorwoord
premise = vooronderstelling
premises = pand / huis en erf
prior = voorafgaand
pro rata = evenredig
probation = proeftijd
profession of letters = beroep van letterkundige
proficiency = vakkundigheid
profound = grondig / diepgaand
prohibitive = belemmerend
proper = passend
proponent = voorstander
proportion = evenredigheid
propulsion = aandrijving
prosecution = gerechtelijke vervolging
public apprehension = vrees bij het grote publiek
punitive = straf- / als straf bedoeld
quaint = vreemd / eigenaardig
quest = zoektocht
questionable = twijfelachtig
rack = pijnbank
radiation = straling
rallying-cry = oproep om de rijen te sluiten
rare = zeldzaam
ray = straal
reaffirmation = herhaalde verklaring
receipt = kwitantie
redundancy = gedwongen ontslag
redundancy = overbodigheid
reluctant = afkerig
remorse = wroeging
remorseless = meedogenloos
remote = (heel) klein
repression = onderdrukking
reprocessing plant = opwerkingsfabriek
resources = (hulp)bronnen
retail trade = detailhandel
Reverence = respect
riot = rel
rip-off = beroving
robe = toog
row = ruzie
RSPCA = dierenbescherming
sabbatical = verlofjaar
salient = saillant / opvallend
sanctuary = reservaat
sanity = (geestelijke) gezondheid
scaffold = schavot
scar = litteken
scarce = schaars
scope = bereik
scores of = tientallen
scramble = gevecht
Scrunity = (nauwgezet) onderzoek
sentence = vonnis
sermon = preek
shortfall = tekort
shortlist = voordracht / nominatie
shrewd = sluw / slim
slanted = tendentieus / leugenachtig
sneer = hatelijke opmerking / gespot
solicitor = advocaat
solitary = alleenlevend
sophistication = geraffineerdheid / perfectie
spatial ability = ruimtelijke vaardigheden
species = (dier)soort
split-brain theory = theorie van de twee verschillende hersenhelften
srenuous = inspannend
stack = boekenrek(ken)
stake = belang / inzet / prijzengeld
stronghold = bolwerk
supercilious = hooghartig
superstition = bijgeloof
supreme court = hooggerechtshof
syllabus = leerplan
temperate = gematigd
tentative = voorzichtig
testimony = getuigenverklaring
threshold = drempel
to abbreviate = verkorten / inkorten
to abound with = wemelen van
to alert = wijzen op
to ascribe to = toeschrijven aan
to assume a high profile = een duidelijk standpunt innemen
to attribute to = toeschrijven aan
to avert = keren
to be adapted = aangepast zijn
to be blunt = er geen doekjes om winden
to be unlikely to = onwaarschijnlijk zijn
to bounce off = weerkaatsen van
to brawl = knokken
to brim with = tot de rand gevuld zijn met
to carry conviction = overtuigend zijn
to cast = werpen
to commission = opdracht geven tot
to concede = toegeven
to condemn = veroordelen
to confer = verlenen
to conjure = toveren
to contemplate = nadenken / overwegen
to debilitate = slopen
to debunk = voor joker zetten
to deflect = afleiden
to depict = beschrijven
to deter = de lust ontnemen
to devour = verslinden
to diverge from = afwijken van
to emanate from = voortkomen uit
to embark upon = beginnen / zich wagen aan
to endorse = onderschrijven
to endow = instellen
to esteem = respecteren
to exert = uitoefenen
to expand = uitzetten / uitbreiden
to fade = verflauwen / vervagen
to file = in een rij lopen
to guard = zich hoeden voor / bedacht zijn op
to have a dulling effect = afstompend werken
to hover = (blijven) zweven boven
to induce = ertoe brengen / overhalen
to inflict = toebrengen
to inhibit = onderdrukken
to inhibit = remmen / belemmeren
to jolt = schokken
to legitimize = rechtvaardigen
to level at = (beschuldiging) uitbrengen tegen
to loot = plunderen
to magnify = (uit)vergroten
to make allowances for = rekening houden met / in aanmerking nemen
to make one's case = zijn gelijk bewijzen
to meddle in = zich bemoeien met
to migrate = trekken
to misuse = verkeerd gebruiken
to notify = aangeven / rapporteren
to obey = gehoorzamen
to observe = zich houden aan
to paralyse = verlammen
to persecute = vervolgen
to prescribe = voorschrijven
to prevail = wijdverbreid zijn
to procure = (ver)krijgen
to provide a case for = pleiten voor
to rack = kwellen
to raid = een inval doen
to rape = verkrachten
to reject = verwerpen
to relate = een verband zien tussen
to relate = vertellen
to relieve = opluchten
to repel = doen walgen
to repress = verdringen
to revert to = terugvallen in
to roam = (rond)zwerven
to seal = verzegelen
to sever = afhakken / doorsnijden
to shrink from = terugdeinzen voor
to shudder = huiveren
to soothe = verzachten
to succumb to = zwichten voor
to sue = vervolgen
to sustain damage = schade lijden
to take a stand against = een standpunt innemen tegen
to target = mikken op
to toil = zwoegen
to transpire = uitlekken
to trespass = op verboden terrein komen
to turn on = drugs gebruiken
to venture = (aan)durven / (het) wagen
to withstand = bestand zijn tegen
to wreak havoc on = in de vernieling helpen
to wrench away = losrukken
to yearn for = verlangen naar
topic = onderwerp
toxic waste = giftig afval
trial = proces / rechtszaak
undergraduate = student
unduly = over-
unengaging = onaantrekkelijk
untutored = niet onderwezen
veneer = vernisje
vet = dierenarts
villain = boosdoener / schurk
visualization = voorstellings-
volatility = lichtgeraaktheid / opvliegendheid
voyage = reis / zeereis
ward = (ziekenhuis-)afdeling
warder = cipier / bewaker
wary of = op zijn hoede voor
whim = nuk
wig = pruik
wire = (metaal)draad
witch = heks
witty = geestig
womb = baarmoeder
wrath = boosheid / woede
zeal = enthousiasme