examenwoorden 1ste 5 van elk woord

Bij methode Examenwoorden Engels aangemaakt op 12-10-2023 door sophie en inmiddels 66 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: vmbo-bk

Vragen

to abandon = verlaten
able = in staat
unable = niet in staat
ability = bekwaamheid
to abolish = afschaffen
to ban = verbieden
(bank) note = bankbiljet
bargain = koopje
basement = kelder
basket = mand
cab = taxi
cabin = hut
cage = kooi
calculate = berekenen
campaign = campagne
to damage = beschadigen
damage = schade
danger = gevaar
dangerous = gevaarlijk
to deal with = omgaan met
each other = elkaar
eager = verlangend
earn = verdienen
Earth = aarde
earthquake = aardbeving
to face = onder ogen zien
faced with = geconfronteerd met
fact = feit
factory = fabriek
fail = zakken
failed = mislukken
gadget = apparaatje
to gain = krijgen
gamble = gokken
gap = gat
gear = versnelling
habbit = gewoonte
handle = omgaan met
harass = lastig vallen
hardly = nauwlijks
harm = kwaad doen
ignore = negeren
illness = ziekte
illegible = onleesbaar
image = beeld
imagination = fantasie
jail = gevangenis
jealous = jaloer
jewellery = juwelen
join = meedoen
journey = reis
keen = enthousiast
keen on = gek op
keep in touch = contact houden
keep up with = bij houden
kidney = nier
label = etiket
lack = missen
lack of = gebrek aan
language = taal
at last = eindelijk
magnificent = schitterend
mail = post
main = voornaamste
mainly = voornamelijk
to maintain = onderhouden
narrow = smal
nasty = akelig
naughty = ondeugend
necessary = nodig
necklace = halsketting
obese = obees
obesity = obesitas
obey = gehoorzamen
object = voorwerp
objection = bezwaar
painful = pijnlijk
paint = schilderen
paragraph = alinea
paralysed = verlamd
parcel = pakje
qualification = diploma
qualified = gediplomeerd
to quarrel = ruzie maken
quarrel = ruzie
queue = rij
raise = verhogen
rape = verkrachting
rapid = snel
rare = zeldzaam
rarely = zelden
sack = ontslaan
sacrifice = opofferen
sad = bedroeft
safety = veiligheid
satisfied = tevreden
to tackle = aanpakken
tail = staart
take care of = zorgen voor
take part = deelnemen
take place = plaatsvinden
ultimate(ly) = tenslotte
undoubtedly = ongetwijfeld
unemployed = werkeloos
unemployment = werkeloosheid
unknown = onbekend
vacancy = vacature
valid = geldig
value = waarde
valuable = waardevol
van = bestelwagen
wage(s) = loon
waiter = ober
to wander = zweven
warehouse = pakhuis
warn = waarschuwen
X-ray = röntenfoto
to yell = gillen
yet = toch
not yet = nog niet
youth = jeugd
youth hostel = jeugdherberg
zero = nul