KGT2 - File 4 - Comics - Phrases You Can Use

Bij methode Library 2nd Edition - jaar 2 aangemaakt op 10-03-2020 door paul en inmiddels 403 keer bekeken.
Leerjaar: 2

Vragen

He / she has long / short hair. = Hij / zij heeft lang / kort haar.
He / she is happy / sad / upset. = Hij / zij is blij / verdrietig / overstuur.
The figure is annoyed / in love. = Het figuurtje is geïrriteerd / verliefd.
There is nothing in the background. = Er staat niets op de achtergrond.
My character is riding his bicycle. = Mijn figuur rijdt op zijn fiets.
Her shoes are pink. = Haar schoenen zijn roze.
My character is a man / woman / child / fish. = Mijn figuur is een man / vrouw / kind / vis.
He wears black clothes and a cape. = Hij draagt zwarte kleren en een cape.
My super rabbit is bald and wears a dark mask. = Mijn superkonijn is kaal en draagt een donker masker.
He wears a power suit and he can fly. = Hij draagt een superpak en hij kan vliegen.
This superhero wears boots and gloves. = Deze held draagt laarzen en handschoenen.
This superwoman has got long legs. = Deze supervrouw heeft lange benen.
She wears a dark blue cotton cape. = Ze draagt een donkerblauwe katoenen cape.