KGT2 - File 1 - Help - Phrases You Can Use
Bij methode Library 2nd Edition - jaar 2 aangemaakt op 10-03-2020 door paul en inmiddels 491 keer bekeken.
Leerjaar: 2
Vragen
It really hurt. = Het deed veel pijn. It hurt near my shoulder. = Het deed pijn vlak bij mijn schouder. You need a cast. = Je hebt gips nodig. You need a splint. = Je hebt een brace nodig. David bruised his thumb. = David kneusde zijn duim. These pills will soothe the pain. = Deze pillen verlichten de pijn. I felt nauseous. = Ik was misselijk. I had to vomit. = Ik moest overgeven. You can see the doctor at two o'clock. = Je hebt om twee uur een afspraak bij de dokter. Use the ointment three times a day. = Gebruik deze zalf drie keer per dag. Can I help you? = Kan ik je helpen? What is your name? = Hoe heet je? Do you need any help? = Heb je hulp nodig? What's wrong with you? = Wat is er met je aan de hand? My leg hurts. = Mijn been doet zeer. I cannot move my fingers. = Ik kan mijn vingers niet bewegen. My back hurts really bad. = Mijn rug doet heel erg zeer. It hurts near my shoulder. = Het doet zeer bij mijn schouder. Are you in a lot of pain? = Heb je veel pijn? You need to go to hospital. = Je moet naar het ziekenhuis toe. You bruised your toes. = Je hebt je tenen gekneusd.