BK2 - File 4 - Comics - Phrases You Can Use

Bij methode Library 2nd Edition - jaar 2 aangemaakt op 10-03-2020 door paul en inmiddels 399 keer bekeken.
Leerjaar: 2

Vragen

It is a funny story. = Het is een grappig verhaal.
I don't understand the joke. = Ik snap het grapje niet.
The pictures are really funny / amusing. = De plaatjes zijn echt grappig.
I like the main character. = Ik vind de hoofdpersoon leuk.
I don't like reading anyway. = Ik vind lezen sowieso niet leuk.
The story is quite boring. = Het is een behoorlijk saai verhaal.
He has long hair. = Hij heeft lang haar.
She has short hair. = Zij heeft kort haar.
She is happy. = Zij is blij.
He is upset. = Hij is overstuur.
They are sad. = Zij zijn verdrietig.
My figure is in love. = Mijn figuurtje is verliefd.
That figure is annoyed. = Dat figuurtje is geïrriteerd.
This cartoon character is a child. = Deze stripfiguur is een kind.
In my cartoon the main character is a fish. = In mijn cartoon is een vis de hoofdfiguur.
The main character is a woman. = De hoofdpersoon is een vrouw.
There is nothing in the background. = Er staat niets op de achtergrond.
My character is riding his bicycle. = Mijn figuur rijdt op zijn fiets.
Her shoes are pink. = Haar schoenen zijn roze.
He wears black clothes and a cape. = Hij draagt zwarte kleren en een cape.
My super rabbit is bald and wears a dark mask. = Mijn superkonijn is kaal en draagt een donker masker.
He wears a power suit and he can fly. = Hij draagt een superpak en hij kan vliegen.
This superhero wears boots and gloves. = Deze superheld draagt laarzen en handschoenen.
This superwoman has got long legs. = Deze supervrouw heeft lange benen.
She wears a dark blue cotton cape. = Ze draagt een donkerblauwe katoenen cape.