Overhoren - KGT2 - File 4 - Comics - Phrases You Can Use - 2
Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op ⦾. Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met ✓ of ✗. Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.
| Nederlands | Engels | ||
|---|---|---|---|
| Hij / zij heeft lang / kort haar. | = | ... | ⦾ ? |
| Hij / zij is blij / verdrietig / overstuur. | = | ... | ⦾ ? |
| Het figuurtje is geïrriteerd / verliefd. | = | ... | ⦾ ? |
| Er staat niets op de achtergrond. | = | ... | ⦾ ? |
| Mijn figuur rijdt op zijn fiets. | = | ... | ⦾ ? |
| Haar schoenen zijn roze. | = | ... | ⦾ ? |
| Mijn figuur is een man / vrouw / kind / vis. | = | ... | ⦾ ? |
| Hij draagt zwarte kleren en een cape. | = | ... | ⦾ ? |
| Mijn superkonijn is kaal en draagt een donker masker. | = | ... | ⦾ ? |
| Hij draagt een superpak en hij kan vliegen. | = | ... | ⦾ ? |
| Deze held draagt laarzen en handschoenen. | = | ... | ⦾ ? |
| Deze supervrouw heeft lange benen. | = | ... | ⦾ ? |
| Ze draagt een donkerblauwe katoenen cape. | = | ... | ⦾ ? |