file 3 kgt Phrases You Can Use deel 2

Bij methode Library jaar 2 aangemaakt op 10-03-2020 door paul en inmiddels 422 keer bekeken.
Leerjaar: 2

Vragen

I don't like the joke. = Ik vind de mop niet leuk.
That one is really old. = Dat is een hele ouwe.
He / she has long / short hair. = Hij / zij heeft lang / kort haar.
He / she is happy / sad / upset. = Hij / zij is blij / verdrietig / overstuur.
The figure is annoyed / in love. = Het figuurtje is geïrriteerd / verliefd.
There is nothing in the background. = Er staat niets op de achtergrond.
My character is riding his bike. = Mijn stripfiguur fietst op zijn fiets.
Her shoes are brown. = Haar schoenen zijn bruin.
My character is a man / woman / child / dog. = Mijn figuur is een man / vrouw / kind / hond.