file 10 kgt Phrases You Can Use helemaal

Bij methode Library jaar 1 aangemaakt op 10-03-2020 door paul en inmiddels 401 keer bekeken.
Leerjaar: 1

Vragen

I want to clear out my room! = Ik wil mijn kamer leegruimen!
We'll put up the curtains. = We gaan de gordijnen ophangen.
I will paint the chair. = Ik ga de stoel schilderen.
I want to put up a poster. = Ik wil een poster ophangen.
What will you paint besides the doors? = Wat ga je naast de deuren ook nog schilderen?
Mounir is moving furniture around. = Mounir is de meubels aan het verschuiven.
Will you help me to wallpaper the bedroom? = Help je mij de slaapkamer te behangen?
I will reuse the old table. = Ik ga de oude tafel opnieuw gebruiken.
I really want to clean my closet. = Ik wil echt mijn kast opruimen.
I want to paint the window sills blue. = Ik wil de raamkozijnen blauw schilderen.
He has a fish tank in his house. = Hij heeft een aquarium in zijn huis staan.
He'll paint the cupboard with my help. = Hij gaat met mijn hulp de kast schilderen.
That poster hangs on the wall. = De poster hangt aan de muur.
The paintbrush lies on the table. = De kwast ligt op (de) tafel.
The Duct tape rolled under the couch. = De afplaktape rolde onder de bank.
I went to the DIY store by car. = Ik ging met de auto naar de doe-het-zelf-winkel.
My father keeps paint in the garage. = Mijn vader bewaart verf in de garage.
The lamp hangs over the table. = De lamp hangt boven de tafel.
I'll get help from a good friend of mine. = Ik krijg hulp van een goede vriend van mij.
How do I get the new couch through the door? = Hoe krijg ik de nieuwe bank door de deur?
Pass me the hammer, please! = Geef me even de hamer aan!
I'll put this floor lamp next to the side board. = Ik ga deze lamp naast het dressoir zetten.
This painting was created by Armando. = Dit schilderij is door Armando gemaakt.
What does your bedroom look like? = Hoe ziet jouw slaapkamer eruit?
What furniture do you have in your living room? = Welke meubels heb je in je woonkamer?
I have posters on the walls. = Ik heb poster op mijn muren.
My curtains are dark blue. = Mijn gordijnen zijn donkerblauw.
I do my homework in my room. = Ik maak mijn huiswerk in mijn kamer.
My little brother is not allowed in my room. = Mijn broertje mag mijn kamer niet in.
I share my room with my sister. = Ik deel mijn kamer met mijn broer.