file 6 bk Phrases You Can Use helemaal

Bij methode Library jaar 1 aangemaakt op 10-03-2020 door paul en inmiddels 416 keer bekeken.
Leerjaar: 1

Vragen

Good afternoon, sir. = Goedemiddag meneer.
Good morning, madam. = Goedemorgen, mevrouw.
Can I ask you a question? = Mag ik u een vraag stellen?
Can I ask you something? = Mag ik u iets vragen?
Can you tell me where it is? = Kun je me vertellen waar het is?
Please tell me where the horses are. = Vertel me alstublieft waar de paarden zijn?
Excuse me. Can you help me? = Sorry, kunt u me helpen?
Where is the castle? = Waar is het kasteel?
Where are we? = Waar zijn wij?
Of course, I know where that is. = Natuurlijk, ik weet wel waar dat is.
The forest is straight on. = Het bos is rechtdoor.
Turn left at the old oak. = Ga links bij de oude eik.
Turn right at the dragon's lair. = Ga rechts bij het drakenhol.
Go across the bridge. = Ga over de brug.
It's on the left. = Het is aan de linkerkant.
It's on the right. = Het is aan de rechterkant.
They're at the end of the road. = Zij zijn aan het einde van de weg.
They're just past the castle. = Zij zijn net voorbij het kasteel.