Hoofdstuk 6 - Hoofdstuk 6

Bij methode English in Mind aangemaakt op 01-12-2020 door lotte en inmiddels 379 keer bekeken.
Leerjaar: 2 Niveau: havo/vwo

Vragen

blood = bloed
collect = verzamelen
comfortable = comfortabel
doctor = dokter
exhibition = tentoon-stelling
fool = dwaas
front = voorkant
funny = grappig
humour = humor
joke = grap
laughter = gelach
nose = neus
sell = verkopen
sense of humour = gevoel voor humor
sing = zingen
stressed = gespannen
supermarket = supermarkt
argument = ruzie
complain = klagen
corner = hoek
hate = haten
have a good laugh = plezier hebben
have a good time = naar je zin hebben
have fun = plezier hebben
lie = liggen
sand = zand
send = versturen
cash = geld
frown = fronsen
fun = plezier
landlord = huisbaas
make a funny face = een gek gezicht trekken
make a mistake = een fout maken
make fun of (sb) = iemand uitlachen
make (sb) laugh = iemand aan het lachen maken
note = noot
rhyme = rijmen
worry = zich zorgen maken
glad = blij
remind = herinneren
sign = bord
care = schelen
lend = uitlenen
misunderstanding = misverstand
morning = morgen
non-stop = non-stop
revision = revisie
reply = antwoord
thought = gedachte
can = blikje
cocoa = cacao
coke = coca cola
delightful = verrukkelijk
opposite = tegenover-gesteld
bomb = bom
disaster = ramp
earthquake = aardbeving
hurricane = orkaan
tsunami = vloedgolf
classroom = klaslokaal
complete = afmaken
confuse = verwarren
dead = gestorven
knock down = neerhalen / slopen
rescue = redden
rob = inbreken
steal = stelen
upset = overstuur
altogether = samen
bring = brengen
damage = schade
death = dood
desert = woestijn
destroy = vernietigen
enormous = enorm
fear = bang zijn voor
flood = overstroming
harm = beschadigen
harvest = oogst
human = mens
hunger = honger
insect = insect
live = leven
locust = sprinkhaan
northwest = noordwest
proportion = deel
swarm = zwerm
well-known = bekend
wide = breed
dream = droom
erupt = uitbarsten
eruption = uitbarsting
glasses = bril
imaginary = denkbeeldig
offer = aanbieden
powerful = krachtig, invloedrijk
volcanic = vulkanisch
volcano = vulkaan
effect = resultaat hebben
affect = invloed hebben op
animal = dier
begin = beginnen
consequence = conseqentie
damage = beschadigen
emission = uitstoot
eventually = uiteindelijk
farm = boerderij
greenhouse gas = broeikasgas
harm = schade
higher = hoger
immigrant = immigrant
likely = waarschijnlijk
neighbour = buren
recently = de laatste tijd
refuse = weigeren
responsible = verantwoordelijk
salt = zout
smooth = glad
source = bron
threaten = bedreigen
tiny = piepklein
violent = geweldadig
afterwards = daarna
burn = branden
chemical = chemicaliën
cigarette = sigaret
dry = droog
fewer = minder
hospital = ziekenhuis
petrol = benzine
price = prijs
brochure = brochure
cave = grot
charm = charme
connection = verbinding
cottage = zomerhuis
dwelling = woning
explore = onder-zoeken
facilities = faciliteiten
feel = voelen
hotel = hotel
individual = individueel, partikulier
jacuzzi = whirpoolbad
lifetime = leven
luxurious = luxe
peaceful = vredig
tourist = toerist
aerial = antenne
block of flats = flatgebouw
bungalow = bungalow
caravan = caravan
chimney = schoorsteen
detached house = vrijstaand
estate = wijk
fence = hek
garage = garage
housing estate = woonwijk
semi-detached house = twee-onder-één-kapwoning
terraced house = rijtjeshuis
bathroom = badkamer
decision = besluit
tent = tent
disagreement = onenigheid
sweaty = zweterig
barn = schuur
convert = verbouwen
guest = gast
hill = heuvel
provide = voorzien
book = boeken
catastrophe = ramp
countryside = platteland
essential = essentieel
grandparent = grootouder
injure = verwonden
nowhere = nergens