Hoofdstuk 21 - Hoofdstuk 21 t/m 30

Bij methode Finish Up deel 1 aangemaakt op 21-07-2023 door anna en inmiddels 93 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: vwo

Vragen

cosy = gezellig / knus
burglar = inbreker
settee / couch / sofa = zitbank
to shift = verschuiven
log = houtblok
to match = passen bij
to decorate = versieren / schilderen / behangen
china = porselein
fragile = breekbaar
bulb = gloeilamp
to stick-stuck-stuck = vastzitten
stain = vlek
char(woman) = werkster
mess = troep, rotzooi
dim = zwak, vaag
transparent = doorzichtig
decorator = schilder / behanger
stuffy = muf
there's a draught = het tocht
ornament = snuisterij
spacious = ruim
threshold = drempel
utter = volkomen / totaal
patch = plek / stuk
thoroughly = grondig
to fade = verschieten
to mow = maaien
bloom = bloei
fragrant = geurig
fragrance / scent = geur
to fade = verwelken
nursery = kwekerij
fence = hek, schutting
barbed wire = prikkeldraad
gap = opening
orchard = boomgaard
bud = knop
hose = slang
potential = mogelijk / potentieel
tool = gereedschap
suitable = geschikt
axe = bijl
root = wortel
implement = werktuig
magazine = tijdschrift
proper = geschikt / juist
to adjoin = grenzen aan
strenuous = inspannend
to wither = verdorren
to gather = verzamelen
to quiver = trillen / beven
property = eigenschap
to chop = hakken
to uproot = ontwortelen
wreath = krans
suburb = voorstad
slum = achterbuurt
quarter = buurt / wijk
shanty town = krottenwijk
native = geboorte-
outskirts = buitenwijken
municipal = gemeentelijk
to inhabit = bewonen
inhabitant = inwoner
concrete = beton
to found = stichten
foundation = fundering
amenities = voorzieningen
suburbia = voorsteden
urban = stads / stedelijk
suburban = voorstedelijk
borough = stadswijk
imposing = indrukwekkend
blaze = vuurzee
to stifle = verstikken
resident = inwoner
residential = woon-
metropolis = wereldstad
entrance = ingang
lane = rijstrook
pedestrian = voetganger
pavement = troittoir
kerb = trottoirband
narrow = smal
alley = steeg
maze = doolhof
main = hoofd- / voornaamste
mainly = voornamelijk
accidental(ly) = per ongeluk
junction = kruispunt
crowd = menigte
to scatter = verspreiden
gutter = goot
avenue = laan
row = rij
to desert = verlaten
curve = bocht
to spot = ontdekken
to pave = plaveien
sewer = riool
sewage = rioolwater
to stroll = wandelen
whereas = terwijl
to resound = weergalmen / weerklinken
earthquake = aardbeving
disaster / calamity = ramp
disastrous = rampzalig
wreck = wrak
to be wrecked = vergaan
to abandon = verlaten
to crash = neerstorten
mystery = raadsel / mysterie
to appear = verschijnen
to disappear = verdwijnen
disappearance = verdwijning
to rescue = redden
rescue = redding
to extinguish = blussen
exit = uitgang
emergency = nood
means = middel
spark = vonk
distress = nood
tremendous = enorm
ablaze = in brand
catastrophe = ramp
salvage = berging
enigma = raadsel / mysterie
to impede = belemmeren
impediment = belemmering
nursery school = kleuterschool
primary school = basisschool
secondary school = voortgezet onderwijs
grammar school = gymnasium
boarding-school = kostschool
comprehensive (school) = scholengemeenschap
to educate = opvoeden / onderwijzen
education = opleiding / onderwijs
to innovate = vernieuwen
innovation = vernieuwing
innovative = vernieuwend
subject = vak
to graduate = afstuderen
graduate = afgestudeerde
to bore = vervelen
boring = saai
degree = graad
scholar = geleerde
scholarship = beurs
to enable = in staat stellen
kinderharten = kleuterschool
exemplary = voorbeeldig
primary = eerste / voornaamste
to grant = verlenen
undergraduate = student
honorary degree = eredoctoraat
unduly = al te zeer
eminent = vooraanstaand
a pass = een voldoende
a fail = een onvoldoende
to astonish = verbazen
to amaze = verbazen
astonishment = verbazing
amazement = verbazing
average = gemiddeld
actual(ly) = eigenlijk
unless = tenzij
gymnasium = gymnastiekzaal
to neglect = verwaarlozen
society = de maatschappij
term = trimester
mathematics / maths = wiskunde
to calculate = (be)rekenen / berekenen / rekenen
calculation = berekening
certificate = diploma
physics = natuurkunde
physicist = natuurkundige
diary = agenda / dagboek
superficial = oppervlakkig
dull = saai
neglect = verwaarlozing
negligible = te verwaarlozen
negligence = slordigheid
vocabulary = woordenschat
rule = regel
to apply = toepassen
handicraft = handvaardigheid
arithmetic = rekenen
to multiply = vermenigvuldigen
nickname = bijnaam
angle = hoek
odd = oneven
to praise = prijzen
illiterate = analfabeet
illiteracy = analfabetisme
oral = mondeling
to compare = vergelijken
comparable = vergelijkbaar
comparison = vergelijking
comparatively = betrekkelijk
essay = opstel
composition = opstel
masculine = mannelijk
feminine = vrouwelijk
literacy = alfabetisme
attentive = oplettend
smart = knap
tuition = onderwijs
applicable = van toepassing
progress = vorderingen
rapid = snel
extract = uittreksel
able = bekwaamheid
capable = bekwaamheid
advanced = gevorderd
to disturb = storen
disturbance = verstoring
course = cursus
deputy = plaatsvervanger
to apply to = zich wenden tot
to overlook = over het hoofd zien
ambiguous = dubbelzinnig
to account for = verklaren
to bother = lastigvallen
profound = diepgaand / grondig
tutor = privéleraar
lax = slap
tedious = saai
to excel = uitblinken
hence = vandaar / daarom
altogether = helemaal
liguistics = taalwetenschap
liguist = taalkundige
swift = snel
to assess = beoordelen
assessment = beoordeling
career = loopbaan
careers teacher = decaan
to crib = spieken
grant = studietoelage
to skip = overslaan
to oblige = verplichten
obligation = verplichting
to quote = aanhalen / citeren
quotation = citaat
stern = streng
lenient = soepel
to intend = van plan zijn
intention = bedoeling / plan
gift = aanleg / talent
to remain = blijven
survey = overzicht
summary = samenvatting
to summarize = samenvatten
compulsory = verplicht
vocation = roeping
paraphrase = weergave in eigen woorden
obligatory = verplicht
phrase = woordgroep / zinsnede
proficient = vaardig
proficiency = vaardigheid
to acquire = verkrijgen
acquisition = aanwinst / aankoop
inverted commas = aanhalingstekens