Hoofdstuk 21 - Speaking
Bij methode Finish Up deel vwo aangemaakt op 26-04-2022 door plivia en inmiddels 309 keer bekeken.
Leerjaar: 4
Niveau: vwo
Vragen
to interrupt = onderbreken proverb = spreekwoord gossip = roddel to gossip = roddelen curious, odd = eigenaardig, vreemd to utter = uiten remark = opmerking to remark = opmerken bilingual = tweetalig native language = moedertaal native tongue, mother tongue = moedertaal (2e) to emphasize, to stress = benadrukken emphasis, stress = klemtoon, nadruk fluent = vloeiend slang = jargon to chat = kletsen silence = stilte silent = stil, zwijgend understatement = understatement, te zwakke uitdrukking to exclaim = uitroepen eloquent = welsprekend eloquence = welsprekendheid chairman = voorzitter narrator = verteller to hesitate = aarzelen hesitation = aarzeling to confuse = in verwarring brengen confusing = verwarrend